Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 22 april 2023 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, haar ouders, een verpleegkundige en een psychiater aanwezig waren. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de noodzaak van de voortzetting van de maatregel en dat de elektronische handtekening van de officier van justitie niet controleerbaar was.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren voor een psychische stoornis bij de betrokkene, en dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestond, waaronder ernstige psychische en materiële schade. De rechtbank besloot dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk waren om het nadeel af te wenden, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, wat niet nodig werd geacht. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend tot en met 16 mei 2023, met de mogelijkheid tot het treffen van verschillende maatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Weerkamp en is op 8 mei 2023 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.