ECLI:NL:RBZWB:2023:3251

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
C/02/408837 / FA RK 23/1931
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 22 april 2023 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, haar ouders, een verpleegkundige en een psychiater aanwezig waren. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de noodzaak van de voortzetting van de maatregel en dat de elektronische handtekening van de officier van justitie niet controleerbaar was.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren voor een psychische stoornis bij de betrokkene, en dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestond, waaronder ernstige psychische en materiële schade. De rechtbank besloot dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk waren om het nadeel af te wenden, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, wat niet nodig werd geacht. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend tot en met 16 mei 2023, met de mogelijkheid tot het treffen van verschillende maatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Weerkamp en is op 8 mei 2023 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/408837 / FA RK 23/1931
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 25 april 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 april 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 22 april 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg tot het nemen van de crisismaatregel van 22 april 2023;
- de medische verklaring van 22 april 2023, opgesteld en ondertekend door [psychiater 1] ;
- een episodejournaal;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 april 2023, op het verblijfadres van betrokkene bij [verblijfadres] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door waarnemend advocaat mr. G.L.A.M. van Doveren;
- de heer [verpleegkundige] in opleiding;
- mevrouw [psychiater 2] van het ambulante team;
- de ouders van betrokkene.
Tevens was mevrouw [hulpverlener] , senior agoog, aanwezig, maar zij is echter niet gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen, te weten voor de volgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat zij niet erkent wat er in de stukken staat. De overlastmeldingen die staan omschreven zijn niet allemaal van haar afkomstig. Daarnaast vindt betrokkene het vervelend dat zij iedere keer haar verhaal moet doen bij iemand anders en dat zij geen vast aanspreekpunt heeft. De afgelopen jaren heeft ze een moeilijke periode gekend waarin zij geen rust heeft gehad.
3.2
De verpleegkundige verklaart, samengevat, dat er is geprobeerd om een behandeling te starten, maar dat dit niet is gelukt vanwege het meningsverschil over het al dan niet toedienen van medicatie. In de thuissituatie was het lastig om tot een behandelrelatie te komen waardoor er geen ander middel is dan een opname. De verwachting is dat de opname langer dan drie weken nodig is, aangezien de behandeling nog niet heeft kunnen starten. Om die reden zijn er voorbereidingen getroffen om een zorgmachtiging aan te vragen. Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is voornamelijk gelegen in de maatschappelijke teloorgang doordat betrokkene haar woning is ontzegd. Daarnaast bestaat het gevaar dat betrokkene agressie van derden op zich afroept door het veroorzaken van overlast. Over de verplichte vormen van zorg verklaart de verpleegkundige dat het toedienen van vocht en voeding niet nodig is. Voor de behandeling worden er gesprekken gevoerd met betrokkene, maar onduidelijk is of dit onder ‘andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’ valt. De overige verzochte vormen van verplichte zorg zijn noodzakelijk.
3.3
De psychiater van het ambulante team, verklaart, samengevat dat betrokkene een manisch psychotisch toestandsbeeld vertoont met ontremde spanning. Dat er sprake is van een vermoeden van een psychische stoornis staat vast.
3.4
De vader brengt, samengevat, naar voren dat de ouders zich ernstige zorgen maken om betrokkene. Zij is niet in staat gebleken om haar leven op orde te krijgen waarbij zij zichzelf verwaarloost. Daarnaast heeft betrokkene de afgelopen weken een schuld opgebouwd van rond de 7000,- euro en zij moet haar woning verlaten. Er zijn enorm veel overlastmeldingen gemaakt en betrokkene houdt zich niet aan de afspraken met onder andere het FACT-team. Daarnaast is er materiële schade in haar vorige woning en veroorzaakt betrokkene immateriële schade bij de mensen om haar heen. De ouders staan achter de voortzetting van de crisismaatregel.
3.5
De advocaat voert, samengevat, aan dat betrokkene het niet eens is met de voortzetting van de crisismaatregel. Betrokkene geeft aan rust te willen. De advocaat geeft aan dat enkel de politiemutaties met de overlastmeldingen niet kunnen leiden tot onmiddellijk dreigend nadeel. Er is hinder, maar dit is onvoldoende voor opname. Daarnaast voert de advocaat aan dat de elektronische handtekening, geplaatst onder het verzoek van de officier van justitie, niet controleerbaar is of daarmee het verzoek daadwerkelijk is ondertekend door de officier van justitie of een parketmedewerker. Om die reden zou het verzoek dienen te worden afgewezen. Verder bepleit de advocaat dat het onduidelijk is welke diagnose is gesteld en dat er niet voldoende ernstig nadeel is. Primair wordt de rechtbank verzocht om het verzoek af te wijzen. Mocht de rechtbank de crisismaatregel wel voortzetten, dan bepleit de advocaat om ‘het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen’ niet op te nemen als verplichte vorm van zorg, aangezien het voeren van gesprekken hier niet onder valt. Ook betoogt de advocaat om het ‘insluiten’ niet op te nemen, omdat dit alleen kan in gevallen waarin dit strikt noodzakelijk is en dat is in deze situatie niet het geval.

4.Beoordeling

4.1
Voordat de rechtbank overgaat tot een inhoudelijke behandeling van het verzoek, wordt eerst ingegaan op het formele punt van de advocaat. De advocaat voert aan dat de elektronische handtekening op het verzoekschrift van de officier van justitie niet controleerbaar is. Sinds 3 april 2023 maakt het Openbaar Ministerie gebruik van de gekwalificeerde E-handtekening. Bij deze vorm van de elektronische handtekening wordt gebruik gemaakt van de 3-factor authenticatie. Hierdoor is het niet mogelijk dat de handtekening door een ander dan de officier van justitie wordt gezet. De rechtbank is van oordeel dat de elektronische handtekening daarmee voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld en dat deze voldoende waarborgen biedt voor de authenticiteit van het elektronisch ondertekende verzoek. Zie ook ECLI:NL:HR:2019:957
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
bipolaire-stemmingsstoornissen. Op de mondelinge behandeling is het de rechtbank genoegzaam gebleken dat er sprake is van een vermoeden van een psychose stoornis, te weten een manisch psychotisch toestandsbeeld. De rechtbank merkt op dat het bij een voortzetting van de crisismaatregel een vermoeden van een psychische stoornis voldoende is en een diagnose niet behoeft vast te staan.
4.3
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat er enorm veel overlastmeldingen zijn gemaakt bij de vorige woning. Hierdoor is betrokkene haar woning ontzegd. Het is de rechtbank verder gebleken er tevens sprake is van verbale agressie naar anderen en dat betrokkene materiële schade veroorzaakt.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
Bij de mondelinge behandeling zijn de verzochte vormen van zorg besproken. De rechtbank zal ‘toedienen van vocht en voeding’ alsmede ‘het verrichten van medische controles en andere therapeutische maatregelen’ niet in de machtiging overnemen, nu betrokkene dit niet nodig heeft. De noodzaak van de overige verzochte vormen van verplichte zorg is de rechtbank, gelet op de toelichting van de psychiater, voldoende gebleken.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene niet de afspraken uit de vorige voortzetting van de crisismaatregel is nagekomen waarna de situatie niet is verbeterd.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur en geldt derhalve tot en met 16 mei 2023.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ;
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 mei 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp, rechter en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023 in tegenwoordigheid van mr. Hoetjes als griffier, en op 8 mei 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.