Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2. [gedaagde sub 2],
3.[gedaagde sub 3]
1.De procedure
- de producties 10 t/m 14 van Woonstichting Land van Altena;
- de mondelinge behandeling op 18 april 2023.
2.Het geschil
Zij hebben alleen de huur voor de maand oktober 2022 betaald. Daarna hebben zij niets meer betaald. Tot aan de dagvaarding bedroeg de achterstand vijf maanden huur, ofwel
Ook overtreden zij hun contractuele verplichtingen met betrekking tot het gebruik van de woning en die tot het niet zonder toestemming in gebruik geven van de woning aan derden.
3.De beoordeling
Dit betekent dat Woonstichting Land van Altena ten aanzien van [gedaagde sub 3] niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Gelet op wat hierna in onderdeel 3.10 wordt overwogen, zal die beslissing in praktische zin overigens geen verschil maken.
4.De proceskosten
Die kosten worden tot aan dit vonnis als volgt vastgesteld:
- dagvaardingskosten € 129,86
- griffierecht € 365,00
- salaris gemachtigde
5.De beslissing
- veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk in de proceskosten, die tot dit vonnis zijn vastgesteld op € 1.023,86;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;