[eiser in conventie] vordert – na eiswijziging – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde in conventie sub 1] te veroordelen tot nakoming van de koopovereenkomst van 6 augustus 2019;
II. [gedaagde in conventie sub 2] te gelasten toestemming te verlenen ex artikel 1:88 BW op straffe van het verbeuren van een dwangsom voor iedere dag na het betekenen van het vonnis ten bedrage van € 1.000,00 per dag met een maximum van € 300.000,00 of in goede justitie door uw rechtbank te bepalen bedrag aan verbeurde dwangsommen;
III. subsidiair: voor recht te verklaren dat [gedaagde in conventie sub 1] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst van 6 augustus 2019;
IV. [gedaagde in conventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade uit de toerekenbare tekortkoming van de koopovereenkomst van 6 augustus 2019, zodat indien en zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd om aan [eiser in conventie] schadevergoeding te betalen, welke schade bestaat uit de door [eiser in conventie] betaalde koopsom € 300.000,00 vermeerderd met de kosten koper en wettelijke rente;
V. meer subsidiair: de koopovereenkomst van 6 augustus 2019 te vernietigen wegens dwaling en/of bedrog en in plaats van de vernietiging uit te spreken de nadelige gevolgen voor [eiser in conventie] op te heffen door [gedaagde in conventie sub 1] te gelasten de aanbouw voor € 1,00 over te dragen aan [eiser in conventie] en het gebruik twee maanden na het in gewijsde geraken van dit vonnis te staken en gestaakt te houden;
VI. [gedaagde in conventie sub 1] te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis bij een daartoe door [eiser in conventie] aan te wijzen notaris medewerking te verlenen aan het verlijden van een akte tot levering van de aanbouw aan [adres 2] , zulks tegen een koopprijs van € 1,00, geheel vrij van huur en andere aanspraken tot gebruik, leeg, onbelast en onbezwaard;
VII. aan [eiser in conventie] , wanneer [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie sub 2] niet op eerste verzoek medewerking verlenen aan het verlijden van de akte van levering, vervangende toestemming te verlenen zodat – zonder medewerking van [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie sub 2] (obv 1:88 BW) – levering van de onroerende zaak kan plaatsvinden, onder de bepaling dat het vonnis op grond van artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is dan wel dat het vonnis in de plaats treedt van de akte of een deel daarvan zodat de notaris zonder toestemming en medewerking van [gedaagde in conventie sub 1] tot levering van de onroerende zaak aan [eiser in conventie] kan overgaan, nu het vonnis in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring van [gedaagde in conventie sub 1] ;
VIII. meer subsidiair: de koopovereenkomst van 6 augustus 2019 te ontbinden wegens een toerekenbare tekortkoming zijdens [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie sub 1] de verplichting op te leggen zijn bijbehorend gebouw over te dragen aan [eiser in conventie] voor € 1,00 en het gebruik twee maanden na het in gewijsde geraken van dit vonnis te staken en gestaakt te houden;
IX. meer subsidiair [gedaagde in conventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van schade aan [eiser in conventie] uit onrechtmatige daad wegens kennelijk onzorgvuldig gedrag jegens [eiser in conventie] , zodat indien en zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd om aan eiser schadevergoeding te betalen ten bedrage van de koopsom van € 300.000,00 vermeerderd met de kosten koper en wettelijke rente;
X. [gedaagde in conventie sub 2] te gelasten voor de uitvoering van het gevorderde onder V, VI en VIII op basis van art 1:88 BW toestemming te verlenen op straffe van het verbeuren van een dwangsom voor elke dag na het betekenen van het vonnis dat [gedaagde in conventie sub 2] geen toestemming verleent ten bedrage van € 1.000,00 per dag met een maximum van € 300.000,00, of in goede justitie door uw rechtbank te bepalen;
XI. [gedaagde in conventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade uit onrechtmatige daad wegens gederfd woon- en leefgenot van de zijde van [eiser in conventie] , welk bedrag opgemaakt dient te worden bij Staat en vereffend dient te worden volgens de Wet, zodat indien en zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd om aan [eiser in conventie] schadevergoeding te betalen ten bedrage van het in de schadestaatprocedure vastgestelde bedrag;
XII. [gedaagde in conventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het conservatoir beslag op de onroerende zaak [adres 1] te ( [postcode] ) [plaats] , zodat indien en zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd om aan [eiser in conventie] in totaal € 665,36 te voldoen bestaande uit de beslagkosten ten bedrage van € 356,36 en het griffierecht € 309,00;
XIII. [gedaagde in conventie sub 1] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten van dit geding waaronder uitdrukkelijk begrepen de nakosten ad € 157,00 zodat indien en zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd om aan [eiser in conventie] proceskosten te betalen, indien [gedaagde in conventie sub 1] aan de veroordeling voldoet zonder dat het vonnis aan hem hoeft te worden betekend en € 239,00 indien het vonnis betekend moet worden en met uitdrukkelijke bepaling dat [gedaagde in conventie sub 1] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn indien hij de proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zal hebben voldaan.