ECLI:NL:RBZWB:2023:3784
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de last onder dwangsom voor het niet controleren op het coronatoegangsbewijs in een horecagelegenheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een opgelegde last onder dwangsom beoordeeld. Eiseres, exploitant van een horecagelegenheid in [plaatsnaam], had een last onder dwangsom ontvangen van de burgemeester van de gemeente Noord-Beveland, omdat zij mensen toeliet zonder controle op het coronatoegangsbewijs. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 19 april 2023, waarbij de gemachtigden van zowel eiseres als de burgemeester aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om eventueel nadere stukken op te vragen, maar heeft uiteindelijk op 9 mei 2023 het onderzoek gesloten. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen procesbelang meer heeft. De coronaregels die ten tijde van de last onder dwangsom golden, zijn inmiddels opgeheven, waardoor eiseres geen dwangsommen meer kan verbeuren.
De rechtbank concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn voor schade die door het bestreden besluit is veroorzaakt. Eiseres had geen bezwaar gemaakt tegen de weigering van een ontheffing van de controleplicht, en de rechtbank ziet geen reden om dit besluit te beoordelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en geeft aan dat eiseres het griffierecht niet terugkrijgt en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt.