Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 juni 2023 in de zaak tussen
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Gronden beroep
Heeft het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard?
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 2 juni 2023, worden de beroepen van eisers tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg beoordeeld. De eisers, die om een tegemoetkoming in planschade en nadeelcompensatie hadden verzocht, waren in beroep gegaan tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op 2 mei 2022 het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk had verklaard, omdat er geen appellabel besluit was. De rechtbank heeft de beroepen op 28 april 2023 behandeld, waarbij zowel eisers als vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het college terecht het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ten tijde van belang geen wettelijke grondslag bestond voor de behandeling van het verzoek om nadeelcompensatie en dat het college geen beleid voerde op dit punt. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de brieven van het college geen appellabele besluiten bevatten, omdat het bouwrijp maken van het plangebied een feitelijke handeling is waartegen geen beroep kan worden ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat eisers geen griffierecht terugkrijgen en ook geen proceskostenvergoeding ontvangen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep. De relevante wet- en regelgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht, is in de bijlage bij de uitspraak opgenomen.