ECLI:NL:RBZWB:2023:3937

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
8918626 CV EXPL 20-4599 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na tekortkoming in spuitwerk van een Opel Kadett

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01] en [gedaagde01] over een tekortkoming in de uitvoering van een spuitwerkopdracht voor een Opel Kadett. De eiser, vertegenwoordigd door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., vorderde schadevergoeding na een deskundigenonderzoek dat de kosten voor het herstel van het spuitwerk op € 7.284,20 inclusief btw begrootte. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.P.J. Letschert, voerde verweer en stelde dat de kostenraming te hoog was.

De procedure omvatte eerdere vonnissen en deskundigenrapporten, waarin werd vastgesteld dat de gedaagde tekort was geschoten in de nakoming van zijn verbintenis om het spuitwerk voor 12 november 2020 af te ronden. De kantonrechter oordeelde dat de deskundige overtuigend had aangetoond dat de kosten voor het herstel van de Opel Kadett gerechtvaardigd waren en dat de gedaagde aansprakelijk was voor de geleden schade. De kantonrechter volgde de conclusies van de deskundige en wees de vorderingen van de eiser grotendeels toe, inclusief een bedrag voor buitengerechtelijke incassokosten.

In de beslissing werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van in totaal € 8.023,41, inclusief proceskosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 8918626 \ CV EXPL 20-4599
Vonnis van 7 juni 2023
in de zaak van
[eiser01],
te [plaats01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
tegen
[gedaagde01],
te [plaats02] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
gemachtigde: mr. M.P.J. Letschert.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 mei 2022
- het deskundigenbericht
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiser01] , tevens akte vermeerdering van eis
- de conclusie na deskundigenbericht van [gedaagde01]
- de antwoordakte na vermeerdering van eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Volhard wordt bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 15 december 2021. Zo overwoog de kantonrechter in dat tussenvonnis dat [gedaagde01] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verbintenis om voor 12 november 2020 het werk aan de Opel Kadett volledig en zonder gebreken af te ronden. Verder overwoog de kantonrechter in voormeld tussenvonnis dat [eiser01] deze oorspronkelijke verbintenis van [gedaagde01] bij e-mailbericht van 12 november 2020 rechtsgeldig heeft omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding en dat alleen nog resteert de vraag wat de omvang van de vervangende schadevergoeding is. De kantonrechter overwoog vervolgens dat deze schadevergoeding volgens [deskundige01] – met verwijzing naar een (partij)deskundigenbericht van Laagland Taxaties – € 8.427,94 bedraagt, maar dat [gedaagde01] daartegen gemotiveerd verweer voert met verwijzing naar een (partij)deskundigenbericht van Achmea Expertise, die de schade vaststelt op € 2.261,89. In het licht van het voorgaande heeft de kantonrechter uiteindelijk bij vonnis van 18 mei 2022 een deskundigenonderzoek bevolen ter beantwoording van de vragen zoals opgenomen in het tussenvonnis van 15 december 2021, namelijk:
  • Op welk bedrag raamt u de kosten die nodig zijn om de Opel Kadett (zoals die blijkens de processtukken was op 6 januari 2019) in de staat te krijgen die [eiser01] gezien de opdracht (het restaureren/monteren van het plaatwerk en het (over)spuiten van de Opel Kadett voor een bedrag van tussen de € 11.050,00 en € 12.100,00) mocht verwachten?
  • Heeft u nog andere opmerkingen die relevant zijn voor de beoordeling van deze zaak?
2.2.
De kantonrechter zal (de beantwoording van) voormelde vragen hierna behandelen, maar eerst stelt de kantonrechter het volgende voorop. De rechter is vrij in de waardering van het oordeel van de deskundige. Bij de beantwoording van de vraag of hij de conclusies van de deskundige zal volgen, moet de rechter alle ter zake door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden in aanmerking nemen en op basis daarvan in volle omvang toetsen of er aanleiding is van de conclusies af te wijken (Hoge Raad 19 oktober 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5172). Zie ook ECLI:NL:HR:2003:AN8478. Voor het geval het standpunt van een door een partij geraadpleegde deskundige afwijkt van dat van de door de rechter benoemde deskundige, volstaat de motivering dat de bevindingen van de door de rechter benoemde deskundige hem overtuigend voorkomt (Hoge Raad 3 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1468). Dit toetsingskader wordt ingegeven door de omstandigheid dat groot gewicht dient te worden toegekend aan de conclusies van de deskundige. Niet alleen omdat hij door zijn specifieke deskundigheid en ervaring bij uitstek geschikt om het van hem verlangde advies uit te brengen in het deskundigenbericht, maar ook omdat hij in de procedure een onafhankelijke positie inneemt. Een en ander betekent dat een partij die bezwaren heeft tegen (onderdelen) van het deskundigenbericht, zwaarwegende argumenten zal moeten aanvoeren en die argumenten deugdelijk zal moeten onderbouwen.
2.3.
In het deskundigenbericht geeft de deskundige aan dat hij het dossier en een honderdtal aanvullende foto’s van de Opel Kadett heeft bestudeerd en dat er daarna een bijeenkomst met partijen en inspectie van de Opel Kadett heeft plaatsgevonden, waarbij in het bijzijn van de beide gemachtigden ook hoor- en wederhoor is toegepast. Vervolgens heeft de deskundige nog een specialistisch bedrijf geraadpleegd om zijn eigen zienswijze te staven.
2.4.
Tijdens de inspectie heeft de deskundige alle door partijen aangegeven punten doorgenomen en geïnspecteerd. In het deskundigenbericht heeft de deskundige deze onderwerpen puntsgewijs opgesomd en besproken op de pagina’s 5 tot en met 8 onder a. tot en met k. De conclusie van de deskundige is vervolgens dat de aangetroffen, beschreven en beoordeelde onvolkomenheden alleen kunnen worden opgelost door het opnieuw strak maken, herstellen van de lakbeschadigingen en het volledig opnieuw spuiten van de Opel Kadett. Het is volgens de deskundige echter niet noodzakelijk om de gehele auto kaal te schuren tot op de blanke plaatdelen. Hieraan voegt de deskundige toe dat hij het volledig herspuiten noodzakelijk acht vanwege de hoeveelheid en de aard van de onvolkomenheden, maar ook om tot een homogeen eindresultaat te komen, zoals dit ook mocht worden verwacht en was overeengekomen.
2.5.
Ter beantwoording van de eerste vraag geeft de deskundige in het deskundigenbericht aan dat hij de reparatiekosten in alle redelijkheid begroot op € 7.284,20 inclusief btw, bestaande uit:
  • Strak maken flanken met portieren spuitklaar 16 uur x € 80,00 € 1.280,00
  • Plaatdelen de(monteren), afplakken, afstellen,
uitschuren en strak maken 8 uur x € 80,00 € 640,00
  • Overige onvolkomenheden 8 uur x € 80,00 € 640,00
  • Opnieuw aanbrengen laksysteem ` € 2.500,00
  • Herstellen spuitnevel onderzijde en
beschadigingen 4 uur x € 80,00 € 320,00
- Koplampbakken spotrepair, nabehandeling
en polijsten lak 8 uur x € 80,00 € 640,00
Totaal exclusief btw € 6.020,00
Btw 21% € 1.264,20
Totaal inclusief btw € 7.284,20
2.6.
Wat betreft de tweede vraag merkt de deskundige op dat [deskundige02] van Achmea heeft aangegeven dat de productiemethoden in 1968 (het bouwjaar van de Opel Kadett) minder perfect waren dan heden ten dage, zodat het logisch is dat bepaalde oneffenheden in het plaatwerk al af fabriek aanwezig zijn. Echter, de overeengekomen werkzaamheden betroffen het strak maken van de bodydelen conform de huidige maatstaven. Daarom acht de deskundige de redenatie van [deskundige02] – die hij overigens ook niet deelt – niet relevant.
2.7.
De gemotiveerde bevindingen, conclusies en antwoorden van de deskundige komen de kantonrechter overtuigend voor, zodat de kantonrechter de deskundige hierin zal volgen. Weliswaar hebben beide partijen bezwaren tegen (onderdelen) van het deskundigenbericht – volgens [eiser01] is de kostenraming te laag en volgens [gedaagde01] is de kostenraming te hoog –, maar de aangevoerde argumenten geven de kantonrechter geen aanleiding om van de conclusies en kostenraming van de deskundige af te wijken.
2.8.
[eiser01] stelt bijvoorbeeld met verwijzing naar een e-mail van Laagland Taxaties van 21 november 2022 dat het wel nodig is om de Opel Kadett volledig kaal te maken. De deskundige kwalificeert dat echter als een niet te onderbouwen aanname. Bovendien merkt de deskundige op dat na drie jaar geen onverwachte onvolkomenheden in de onderlaag zijn te verwachten. Verder stelt [eiser01] dat het uurloon en de materiaalkosten zijn toegenomen, maar de deskundige geeft in het deskundigenbericht aan dat met loon- en prijsstijgingen rekening is gehouden. (Ook) deze reacties van de deskundige op de door [eiser01] gemaakte opmerkingen komen de kantonrechter overtuigend voor.
2.9.
[gedaagde01] voert onder meer aan dat de deskundige een begroting geeft van de werkzaamheden die nodig zijn om de Opel Kadett perfect te maken, terwijl de deskundige een raming moest geven van de kosten die nodig zijn om de Opel Kadett in de staat te krijgen die [eiser01] gezien de opdracht en de prijs mocht verwachten. De deskundige geeft echter aan dat [eiser01] destijds voor het overeengekomen bedrag mocht verwachten een strakke nieuw gespoten auto zonder onvolkomenheden en dat de kostenraming ziet op het voldoen aan die verwachting.
2.10.
Ook de overige opmerkingen van partijen over het deskundigenrapport leiden niet tot een ander oordeel. Dat betekent dat de kantonrechter de vervangende schadevergoeding overeenkomstig het deskundigenbericht vaststelt op € 7.284,20 en dat de vorderingen op de in de beslissing weergegeven wijze (deels) toegewezen zullen worden.
2.11.
[eiser01] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 1.007,53 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 739,21 bij € 7.284,20 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom € 739,21 toe.
2.12.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
7.284,20
- buitengerechtelijke incassokosten
739,21
+
totaal
8.023,41
- betalingen
0,00
-/-
Totaal
8.023,41
2.13.
[gedaagde01] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser01] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
110,67
- griffierecht
236,00
- kosten deskundigen
3.038,31
- salaris gemachtigde
825,00
(2,50 punten × € 330,00)
Totaal
4.209,98
2.14.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde01] jegens [eiser01] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn uit de tussen partijen gesloten overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot het restaureren/monteren van het plaatwerk en het (over)spuiten van de Opel Kadett en verklaart voor recht dat [gedaagde01] aansprakelijk is voor de daardoor door [eiser01] geleden schade,
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiser01] te betalen een bedrag van € 8.023,41, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 7.284,20, met ingang van 12 november 2020, tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser01] tot dit vonnis vastgesteld op € 4.209,98, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt [gedaagde01] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden,
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.