Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
€ 1.000,00 vanwege schending van de privacy.
Ook beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing tot betaling van een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag van 2 september 2020.
Met het bestreden besluit van 4 mei 2022 op het bezwaar van eiser heeft het college deze afwijzing gehandhaafd.
2.Totstandkoming van het besluit
3.Beoordeling door de rechtbank
1 september 2020 in de rol van secretaris aanwezig was, maakt niet dat zij het advies van
2 mei 2022 niet als plaatsvervangend voorzitter heeft kunnen ondertekenen.
e-mailadres gemeentebreda@breda.nl, maakt niet dat het advies niet-onafhankelijk tot stand is gekomen. De beroepsgrond slaagt evenmin.
2 september 2020 daarom terecht afgewezen. Anders dan eiser stelt is de rechtbank van oordeel dat het college met zijn besluit van 3 december 2021 wel op eisers aanvraag van
2 september 2020 heeft beslist, ook voor wat betreft de vernietiging van de foto’s uit 2012. Dat eiser het met dat besluit inhoudelijk niet eens is, doet daaraan niet af.