In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda beoordeeld. Eiser, die samen met zijn gezin in het Ronald McDonald Huis verbleef vanwege de ernstige ziekte van zijn zoon, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de verblijfskosten. Het college had deze aanvraag afgewezen, omdat de kosten al betaald waren voordat de aanvraag was ingediend en er geen bijzondere omstandigheden waren die bijstandsverlening met terugwerkende kracht rechtvaardigden. De rechtbank oordeelt dat, hoewel de situatie van eiser en zijn gezin bijzonder intensief was, het college terecht heeft geoordeeld dat er geen recht op bijzondere bijstand bestaat. De rechtbank concludeert dat het college het griffierecht van € 49,- aan eiser moet vergoeden, maar het beroep ongegrond is verklaard.