3.1De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4 Feiten en omstandigheden
Het college heeft op 13 november 2018 een last onder dwangsom opgelegd aan eiser wegens het handelen in strijd met artikel 2.74, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). Het college heeft eiser gelast om niet binnen de gemeente [plaatsnaam] op of aan de weg post te vatten of daar heen en weer te bewegen en op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen. Indien eiser niet aan de last voldoet en wederom artikel 2:74, eerste lid, van de APV overtreedt, zal eiser van rechtswege een dwangsom verbeuren van € 5.000,- per elke geconstateerde overtreding, met een maximum van € 20.000,-.
Op 26 februari 2019 heeft het college een invorderingsbesluit genomen. Eiser is op 12 januari 2019 door de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant is aangehouden met een handelshoeveelheid middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, namelijk 28,21 gram cocaïne, verpakt in 48 gripzakjes en daarmee een dwangsom heeft verbeurd. De verbeurde dwangsom van € 5.000,- is ingevorderd.
De politie heeft op 6 juni 2020 een anonieme melding ontvangen dat via een telefoonnummer in [plaatsnaam] en omgeving cocaïne wordt verhandeld. Naast de anonieme melding ontving de politie over 2020 en 2021 meerdere sterke signalen van handel in verdovende middelen via het telefoonnummer. Om die reden is middels interceptie vanaf november 2021 het telefoonnummer actief beluisterd. De politie heeft vastgesteld dat het telefoonnummer enkel en alleen wordt gebruikt voor het maken van drugdeals en wordt gebruikt door eiser. Door het onderscheppen van telecommunicatie, observaties en het uitlezen van telefoons is aangetoond dat het telefoonnummer wordt gebruikt door eiser. Op 11 januari 2022 is eiser aangehouden in zijn auto. In zijn auto zijn de volgende middelen aangetroffen en indicatief getest:
- 15,62 gram cocaïne
- 97,56 gram hasj
- 2,84 gram ketamine.
Naar aanleiding van het rapport van de politie heeft het college het voornemen kenbaar gemaakt om over te gaan tot invordering van de verbeurde dwangsom. Er is geconstateerd dat niet aan het dwangsombesluit is voldaan en dat artikel 2.74 van de APV door eiser is overtreden. Hiermee is een dwangsom verbeurd.
Het college heeft met het besluit van 16 maart 2022 de verbeurde dwangsom ingevorderd.
Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt op 25 april 2022.
De commissie bezwaarschriften heeft het college op 4 juli 2022 geadviseerd om het bezwaar ongegrond te verklaren.
Het college heeft met het bestreden besluit het bezwaar ongegrond verklaard.
5 Juridisch kader
Artikel 2:74 van de APV luidt als volgt:
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden, met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling middelen als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Het overtreden van artikel 2:74 van de APV vereist geen strafwaardige betrokkenheid bij het afleveren, aanbieden, verwerven van de in de Opiumwet genoemde middelen, terwijl de overtreding van die bepaling niet impliceert dat de Opiumwet wordt overtreden.
De last onder dwangsom is naar nationaal recht geclassificeerd als een herstelsanctie. Het doel van de last onder dwangsom is in dit geval het voorkomen van een herhaling van de overtreding van artikel 2:74 van de APV. Met dit artikel wordt beoogd te voorkomen dat de openbare orde wordt verstoord. De last onder dwangsom is niet strafrechtelijk van aard.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 mei 2017 het volgende geoordeeld:
“Aan een invorderingsbesluit dient een deugdelijke en controleerbare vaststelling van relevante feiten en omstandigheden ten grondslag te liggen. Dit brengt met zich dat de vaststelling of waarneming van feiten en omstandigheden die leiden tot verbeurte van een dwangsom dient te worden gedaan door een ter zake deskundige medewerker van het bevoegd gezag, door een ter zake deskundige persoon in opdracht van het bevoegd gezag of door een ter zake deskundige persoon wiens bevindingen het bevoegd gezag voor zijn rekening heeft genomen. De vastgestelde of waargenomen feiten en omstandigheden dienen op een duidelijke wijze te worden vastgelegd. Dat kan geschieden in een schriftelijke rapportage, maar in bepaalde gevallen ook met foto’s of ander bewijsmateriaal. Duidelijk moet zijn waar, wanneer en door wie de feiten en omstandigheden zijn vastgesteld of waargenomen en welke werkwijze daarbij is gehanteerd. Voor zover de vastgestelde feiten en omstandigheden in een geschrift zijn vastgelegd, dient een inzichtelijke beschrijving te worden gegeven van hetgeen is vastgesteld of waargenomen. Een schriftelijke rapportage dient voorts in beginsel te zijn voorzien van een ondertekening door de opsteller en een dagtekening. Aan het ontbreken van een ondertekening en een dagtekening kan worden voorbijgegaan, indien op andere wijze kan worden vastgesteld dat de opsteller van de rapportage degene is die de daarin vermelde feiten en omstandigheden heeft vastgesteld of waargenomen en wanneer die vaststelling of waarneming heeft plaatsgevonden.”
Een bestuursorgaan mag, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid om het bewijs zelf vast te stellen, in beginsel afgaan op de juistheid van de bevindingen in een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend proces-verbaal, voor zover deze eigen waarneming van de opsteller hiervan weergeven. Indien die bevindingen worden betwist, zal moeten worden onderzocht of er, gelet op de aard en inhoud van die betwisting, grond bestaat voor zodanige twijfel aan die bevindingen dat deze niet of niet volledig aan de vaststelling van de overtreding ten grondslag kunnen worden gelegd.