ECLI:NL:RBZWB:2023:4682

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
23-000968
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake teruggave inbeslaggenomen auto

Op 15 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klager, bijgestaan door mr. G.A. Speelman, had een klaagschrift ingediend naar aanleiding van de inbeslagname van zijn auto, een Volvo P245, die op 11 oktober 2022 in beslag was genomen. Klager had de auto in goed vertrouwen van een particulier gekocht en was van mening dat er geen reden was om aan de rechtmatigheid van de aankoop te twijfelen. De officier van justitie had eerder in raadkamer aangegeven dat de auto kon worden teruggegeven aan klager, mits de RDW kon bevestigen dat de auto opnieuw op kenteken kon worden gezet met de juiste VIN-nummers.

Tijdens de behandeling van het klaagschrift op 6 april 2023 werd besloten om het klaagschrift af te doen op basis van de stukken in het raadkamerdossier. Klager en zijn raadsman gaven aan te voldoen aan de voorwaarden die door de officier van justitie waren gesteld. De rechtbank oordeelde dat het klaagschrift ontvankelijk was en dat er geen verder strafvorderlijk belang meer was om het beslag te handhaven. De rechtbank baseerde haar beslissing op de eerdere behandeling en de verklaring van de RDW dat de auto opnieuw op kenteken kon worden gezet.

De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van de inbeslaggenomen auto aan klager. Deze beslissing werd genomen door mr. A. Hello, rechter, in aanwezigheid van griffier J. van ‘t Westende, en werd uitgesproken tijdens de openbare zitting op 15 juni 2023. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of door klager.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
rk.nummer: 23-000968
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager01]wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01]
hierna te noemen: klager.
bijgestaan door mr. G.A. Speelman, advocaat te Amsterdam.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 11 oktober 2022 onder klager in beslag is/zijn genomen: een personenauto van het merk, Volvo, type, P245 en voorzien van het [kenteken01] .
  • het klaagschrift, ingediend op 2 januari 2023 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie;
  • het proces-verbaal van de openbare raadkamer behandeling van 6 april 2023; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is eerder behandeld in raadkamer op 6 april 2023. Met instemming van de officier van justitie, klager en de raadsman van klager, mr. G.A. Speelman wordt het klaagschrift op de in het raadkamerdossier aanwezige stukken afgedaan.
Klager heeft eerder aangevoerd dat er onder hem een auto (Volvo met [kenteken01] ) in beslag is genomen. Klager heeft de auto in goed vertrouwen van een particulier gekocht. Naar het oordeel van klager waren er geen omstandigheden die er toe zouden moeten hebben geleid dat hij diende te twijfelen aan de omstandigheden van de aankoop van de auto. De auto is gekeurd en klager heeft navraag gedaan bij de RDW. Klager is van mening dat politie en justitie de nodige fouten hebben gemaakt en klager is de mening toegedaan dat politie en justitie niet tot vernietiging van de auto kunnen overgaan.
De officier van justitie heeft zich in raadkamer op 6 april 2023 op het standpunt gesteld dat de auto geretourneerd kan worden aan klager mits blijkt dat de RDW zorg kan dragen dat de auto (wederom) op kenteken kan worden gezet met overeenstemmende VIN-nummers zodat de auto legaal aan het maatschappelijk verkeer deel kan nemen. De officier van justitie heeft op dat moment toegezegd dat de auto niet vernietigd zal worden en dat de auto (door of namens klager) opgehaald, getransporteerd, herkeurd, verzekerd en op kenteken zal moeten worden gezet naar en door de RDW.
Klager en de raadsman van klager hebben zich op het standpunt gesteld aan deze voorwaarden te zullen voldoen.
De raadsman van klager heeft op 22 mei 2023 meerdere schriftelijke bescheiden overgelegd vanuit klager aangaande correspondentie met de RDW waaruit, kortgezegd, blijkt dat de auto (wederom) op kenteken kan worden gezet met overeenstemmende VIN-nummers.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift tegen het strafvorderlijk beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad sinds HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654, r.o. 2.8 en 2.9, dient de rechter, in geval van een klaagschrift tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard en kan, mits de hiervoor bedoelde ander zelf een klaagschrift heeft ingediend, de teruggave aan die rechthebbende worden gelast.
Ingevolge artikel 116, eerste lid, Sv doet het Openbaar Ministerie de inbeslaggenomen voorwerpen teruggeven aan de beslagene, zodra het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet. In het systeem van de wet ligt aldus besloten dat, indien het Openbaar Ministerie bij de behandeling van een beklag als bedoeld in artikel 552a Sv te kennen geeft van oordeel te zijn dat het belang van strafvordering zich niet meer tegen de gevraagde teruggave verzet, de rechter, zonder zelf in een beoordeling van dit laatste punt te treden, op het klaagschrift dient te beslissen. Dit is bijvoorbeeld van belang bij een klaagschrift dat is gericht tegen het voornemen van de officier van justitie om de inbeslaggenomen voorwerpen terug te geven aan anderen dan de beslagene. In dat voornemen ligt, gelet op artikel 116, eerste lid, Sv, besloten dat het belang van strafvordering zich niet meer tegen teruggave verzet. Het staat de rechter dan niet vrij bij de beoordeling van het klaagschrift te treden in de vraag of zodanig belang aan de teruggave in de weg staat.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de eerder openbare raadkamerbehandeling van 6 april 2023, het standpunt van de officier van justitie dat er geen verder strafvorderlijk belang meer is gediend nu de RDW heeft verklaard dat herinslag van de VIN-nummers aan de auto en de omstandigheid dat de auto daarmee (wederom) op kenteken kan worden gezet, het klaagschrift gegrond verklaard dient te worden. De auto zal worden teruggegeven aan klager.

3.De beslissing

De rechtbank:
verklaart het klaagschrift gegrond;
gelast de teruggave van;
-
een personenauto, Volvo P 245;
aan klager.
Deze beslissing is op 15 juni 2023 gegeven door mr. A. Hello, rechter, in tegenwoordigheid van J. van ‘t Westende, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juni 2023.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).