ECLI:NL:RBZWB:2023:4913
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omgevingsvergunning voor opslagunits in Terneuzen
Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, waaronder een omwonende, beroep aantekenden tegen een omgevingsvergunning die was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. De vergunning betrof het plaatsen van geschakelde verhuurbare opslagunits voor lichte industrie op een perceel aan de [adres] 37 te [plaatsnaam 1]. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de verleende omgevingsvergunning in stand blijft.
De rechtbank oordeelde dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning voldeed aan de relevante wet- en regelgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de beheersverordening van de gemeente. Eisers stelden dat de ontwikkeling een planologische wijziging inhield en dat zij meer betrokken hadden moeten worden bij de voorbereiding van het bouwplan. De rechtbank verwierp deze stelling, aangezien de vergunde opslagunits niet in strijd waren met de geldende regels en de betrokken ontwikkeling geen planologische wijziging vereiste.
Daarnaast werd door eisers aangevoerd dat de vergunning zou leiden tot vermindering van uitzicht, geluidsoverlast en schade aan hun woningen door bouwwerkzaamheden. De rechtbank merkte op dat eventuele schade een privaatrechtelijke kwestie is en niet kan dienen als weigeringsgrond voor de omgevingsvergunning. De rechtbank concludeerde dat het college de vergunning terecht had verleend, omdat de aanvraag voldeed aan de toetsingscriteria van de Wabo. De uitspraak benadrukt het belang van de beheersverordening en de beperkingen van inspraakprocedures in het vergunningverleningsproces.