ECLI:NL:RBZWB:2023:4935
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag erfbelasting en de toepassing van de gehandicaptenvrijstelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 juli 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de aanslag erfbelasting behandeld. De zaak betreft de erfbelasting die is opgelegd na het overlijden van de moeder van belanghebbende in 2017. Belanghebbende, die in de wettelijke schuldsanering zat en volledig arbeidsongeschikt was, ontving van zijn moeder een jaarlijkse bijdrage voor zijn levensonderhoud. De rechtbank beoordeelt of de gehandicaptenvrijstelling van toepassing is, wat inhoudt dat het kind grotendeels op kosten van de overledene moet zijn onderhouden. De rechtbank concludeert dat dit niet het geval is, omdat de totale kosten van belanghebbende, inclusief hypotheeklasten en andere uitgaven, hoger zijn dan de bijdrage van zijn moeder. Hierdoor wordt de gehandicaptenvrijstelling niet toegekend en blijft de aanslag erfbelasting in stand. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat belanghebbende geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.