ECLI:NL:RBZWB:2023:5121

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
9990701 CV EXPL 22-2109
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een koopovereenkomst van een hond met geschil over betaling en gezondheid van het dier

In deze civiele zaak vordert eiser, H.O.D.N. "[bedrijf eiser01]", nakoming van een koopovereenkomst voor een hond, waarbij gedaagde, [gedaagde01], de koopprijs van € 3.319,90 nog niet heeft betaald. De koopovereenkomst werd op 20 maart 2022 mondeling gesloten, maar gedaagde heeft na de aankoop geen betaling verricht. Eiser heeft gedaagde via WhatsApp geïnformeerd over de gezondheid van de hond, die last had van kennelhoest. Gedaagde heeft de hond desondanks meegenomen en later verschillende keren naar de dierenarts gegaan, waaruit bleek dat de hond mogelijk jonger was dan aangegeven en gezondheidsproblemen had. Gedaagde betwist de koopprijs en stelt dat zij slechts € 1.300,00 verschuldigd is, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet heeft aangetoond dat de hond ziek is of dat er sprake is van non-conformiteit. De vordering van eiser wordt in zijn geheel toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf de datum van de koop. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9990701 CV EXPL 22-2109
Vonnis van 19 juli 2023
in de zaak van
[eiser01] , H.O.D.N. " [bedrijf eiser01] ",
wonende te [woonplaats01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: mr. M.A.A. van Tongeren te Bergen op Zoom,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats02] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
­ het tussenvonnis van 7 december 2022 en de daarin genoemde stukken;
­ het e-mailbericht van 14 december 2022 van [gedaagde01] met daarbij een productie;
­ de mondelinge behandeling van 20 juni 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de ter gelegenheid van die zitting door mr. Van Tongeren voorgedragen en overgelegde spreekaantekeningen.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
[eiser01] verkoopt honden van het ras Pomeriaan. Zij heeft een pup te koop aangeboden voor een bedrag van € 3.250,00. Op 20 maart 2022 heeft [gedaagde01] samen met haar partner de pup (hierna: [naam hond01] ) bezichtigd. Er is op diezelfde dag een mondelinge koopovereenkomst gesloten voor [naam hond01] en twee hondentruitjes (ter waarde van € 69,90).
2.2
Voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst is via WhatsApp door [eiser01] aan [gedaagde01] gecommuniceerd dat [naam hond01] last heeft van kennelhoest. [eiser01] stelt voor [naam hond01] bij zich te houden tot hij hersteld is in verband met het gevaar voor besmetting van andere honden. [gedaagde01] reageert daarop dat ze dat jammer zou vinden en dat zij [naam hond01] graag mee wil nemen als zij er een goed gevoel bij heeft. [gedaagde01] heeft [naam hond01] op 20 maart 2022 direct mee naar huis genomen.
2.3
Omtrent de betaling hebben partijen afgesproken dat [gedaagde01] de koopprijs op de bankrekening van [eiser01] zou overmaken. [gedaagde01] heeft na de aankoop via WhatsApp verzocht om de factuur op naam van het bedrijf van haar partner te stellen, zodat zij van btw-voordeel kan profiteren:
[eiser01] : “Jaa , je krijgt sowieso bij ons het koopcontract/ factuur gemaild bij aankoop
In het koopcontract zit ook de garantie”
[gedaagde01] : “Ahhh oké. Dat is een intracommunautaire factuur naar België
Dan hoeven we geen btw te betalen”
[eiser01] : “Jaa dat zou natuurlijk fijn zijn”
[gedaagde01] : “ [gedaagde01]
[ adres01]
[postcode01] [plaats01]
Factuur:
[bedrijf]
[adres]
[postcode] [plaats]
[nummer01] ”
2.4
[eiser01] heeft op 21 maart 2022 een schriftelijke koopovereenkomst opgesteld op naam van [bedrijf] waarin onder meer het volgende is opgenomen:

Het betreft een reutje van het ras Pomeranian (Dwerkeeshond).
het aankoopbedrag is €3319,90
de betaling kan je overmaken naar (…)
De overeenkomst is niet ondertekend.
2.5
[gedaagde01] heeft op 21 maart 2022 met [naam hond01] een bezoek gebracht aan dierenarts [naam01] . Mevrouw [naam01] schrijft in haar consultatiegegevens:
Anamnese: sinds gistere bij hun
twijfelen aan de leeftijd
stoelgang niet 100% vast
zit apart
rc pup brok
Onderzoek: kennelhoest: positieve tracheareflex
tandjes zijn nog niet gewisseld, geen enkele tand: bij 5 maanden moet de wisseling al begonnen zijn = jonger dan 5 maanden, schatting leeftijd: max 4 maanden
long/hartausc is goed
staat een beetje mager
huid staat droog
(…)
Therapie: ronaxan 20mg 1pd
milprazon 2,5mg: ontwormingsschema
advies herhalen vaccin indien gezond
advies: stoelgang goed opvolgen, indien niet perfect = stoelgang onderzoek”
2.6
Op 22 maart 2022 heeft [gedaagde01] een bezoek gebracht aan Kasoto BVBA. In het verslag van consultatie staat het volgende:
“Anamnese:
gisteren naar dierenarts gegaan, voor kennelhoest, hond lijkt veel jonger, is ook te mager
eet en drinkt wel maar ze moeten erbij zitten
is levendig
Klinisch onderzoek:
hoest veel bij excitatie, heeft er al medicatie voor
al de melktanden zijn al goed uitgekomen, beide testikels al goed ingedaald
Diagnose:
vermoeden van max 16wk.”
2.7
[gedaagde01] is op 17 oktober 2022 naar aanleiding van een doorverwijzing met [naam hond01] terechtgekomen bij Veterinair Verwijscentrum Heelix (hierna: Heelix). Heelix heeft van het consult de volgende aantekeningen gemaakt:
Anamnese:
Eigenaar was mails aan het beantwoorden, [naam hond01] lag ook in de zetel. 2.5u geleden gemerkt dat hij op zijn zij lag en was weg, helemaal verstijfd. Niet direct cyanose opgemerkt. Leek niet meer te ademen, terug responsief geworden na hartmassage en mond op mond beademing van de eigenaar. Paar minuten tot hij weer bij kwam. Bleef groggy nadien. Bij Elke dan direct glucose bepaling (was eerder hoog) en opgenomen met NaCl infuus, even onder warmtelamp. Hij is nu nog wat gaga, maar al veel beter. Trilt wel. In huis gehaald toen hij ongeveer 4m oud was. Sindsdien regelmatig rare ademhaling. Lijkt reversed sneezing op filmpje van de eigenaar, vooral bij zich opjagen.
Hij is lang geleden uit de kar gevallen op zijn hoofd. Zelfde beeld gehad toen, even van de wereld, maar erna niets meer gemerkt aan hem.
(…)
Bijna niet gegroeid sinds ze hem hebben.
(…)
Longausculatie, ademhalingsfrequentie-/kwaliteit: momenten van tachypnee bij wat minder alert zijn, longausculatie is normaal en tussendoor normaal ademhalingspatroon
(…)
Besluit:
Geen uitgesproken afwijkingen (wel niet nuchter)
Advies:
Algemeen bloedonderzoek is echt aangewezen, ook ionogram (Na, K, P, Ca) ivm mogelijke epilepsie. (…) Verhaal klinkt wel verdacht voor een epilepsie aanval. Vraag is of hiervoor een onderliggende trigger gevonden kan worden, of dit idiopatisch is. Natuurlijk als ik de hond zo bekijk met deze vacht ben ik toch beducht dat er meer gaande is.
(…)
Radiografie thorax:
De periferie is normaal.
Pleura en mediast zijn normaal.
De hartschaduw en longbloedvaten zijn normaal.
Het longparenenchym is normaal.
Besluit: geen significantie afwijkingen.
Evt toch trial met doxycicline?
Contact Ugent ghreline voor stimulatie test gezien verdenking hypofysaire dwerggroei.
Indien achteruit gaat, terug overleg over opname.”
2.8
[gedaagde01] heeft nooit enige betaling aan [eiser01] gedaan. Ook de brieven van de gemachtigde van [eiser01] van 23 maart 2023 en 6 mei 2022 hebben niet tot betaling geleid.

3.Het geschil

3.1
[eiser01] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde01] te veroordelen tot betaling van € 3.319,90 aan koopsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2020, dan wel een in goede justitie te bepalen datum;
[gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 456,99, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 mei 2022, dan wel een in goede justitie te bepalen datum;
Het vonnis te waarmerken als Europese executoriale titel;
[gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2
[eiser01] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde01] uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst verplicht is tot betaling van € 3.319,90, bestaande uit de koopsom van € 3.250,00 voor [naam hond01] en tweemaal € 34,95 voor twee hondenshirts. [gedaagde01] is in gebreke gebleven met de betaling van het aan [eiser01] verschuldigde bedrag.
3.3
[gedaagde01] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid, dan wel gedeeltelijke afwijzing van de vordering. Hiertoe voert [gedaagde01] het volgende aan.
De dagvaarding is uitgebracht aan [gedaagde01] , terwijl de overeenkomst is aangegaan met het bedrijf van de partner van [gedaagde01] (hierna: [bedrijf] ). Voor zover [gedaagde01] wel moet worden beschouwd als de contractspartij betwist zij de gestelde koopprijs van € 3.319,80. Zij voert hiertoe aan dat partijen hebben afgesproken dat [gedaagde01] geen btw verschuldigd zou zijn, zodat hooguit een bedrag van € 2.600,00 zou moeten worden betaald. [gedaagde01] betwist echter dit gehele bedrag verschuldigd te zijn. [gedaagde01] is namelijk meerdere malen met [naam hond01] naar de dierenarts gegaan en uit die consulten blijkt dat het een en ander niet in orde is met [naam hond01] . Zo is [naam hond01] een maand jonger dan dat [eiser01] had aangegeven. Bovendien moet [naam hond01] een operatie ondergaan om zijn hoest te verhelpen. [gedaagde01] heeft verder nog een rapport in het geding gebracht van een dierenarts waarin staat dat [naam hond01] mogelijk lijdt aan epilepsie en hypofysaire dwerggroei. [gedaagde01] wil daarom een korting op de koopprijs. [gedaagde01] meent dat zij maximaal een bedrag van € 1.300,00 verschuldigd is voor [naam hond01] en de truitjes.

4.De beoordeling

Correctie op het tussenvonnis van 7 december 2022
4.1
In het tussenvonnis van 7 december 2022 is verwezen naar een verkeerde artikel uit de Brussel I bis Verordening. Waar onder 2.2 artikel 25 staat, wordt artikel 19 van de desbetreffende verordening bedoeld. Dit doet verder niet af aan de bevoegdheid van de Nederlandse rechter om van dit geschil kennis te nemen.
Gevolgen van het niet-verschijnen ter zitting
4.2
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 20 juni 2023. [gedaagde01] is, hoewel daartoe opgeroepen, niet verschenen. Op grond van artikel 88 lid 2 Rv kan de kantonrechter uit het niet-verschijnen ter terechtzitting de gevolgtrekking maken die hij geraden acht. In dit geval verbindt de kantonrechter aan dit niet-verschijnen van [gedaagde01] ter zitting de gevolgtrekking dat de nadere toelichtingen van [eiser01] ter zitting als niet weersproken worden beschouwd.
Niet-ontvankelijkheid
4.3
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde01] luidt, zo begrijpt de kantonrechter, dat [eiser01] de verkeerde partij heeft gedagvaard als gevolg waarvan zij niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in haar vordering De kantonrechter overweegt hierover het volgende.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde01] heeft gevraagd om de factuur voor [naam hond01] en de twee hondentruitjes op naam van [bedrijf] te stellen. Volgens [eiser01] was het slechts de bedoeling van [gedaagde01] om daarmee een btw voordeel te verkrijgen en laat dan onverlet dat [gedaagde01] [naam hond01] in persoon, als consument, heeft gekocht. Ter onderbouwing verwijst [eiser01] naar de door haar in het geding gebrachte WhatsApp correspondentie. De schriftelijke koopovereenkomst, met daarop de naam van [bedrijf] , is bovendien pas na het sluiten van de (mondelinge) koop opgemaakt en diende tevens als factuur, omdat daarin ook de betaalgegevens worden vermeld. Deze feiten zijn door [gedaagde01] niet weersproken en staan daarom vast. Gelet daarop is de kantonrechter van oordeel dat de koopovereenkomst is gesloten met [gedaagde01] als koper. De kantonrechter verwerpt daarom het verweer en acht [eiser01] ontvankelijk in haar vordering.
Btw
4.4
[gedaagde01] is als consument niet vrijgesteld van het betalen van btw over de koopprijs. Er is bovendien niet vast komen te staan dat partijen zijn overeengekomen dat er geen btw verschuldigd was, of dat zij anderszins een korting ter hoogte van de btw zouden zijn overeengekomen. Nu er verder geen verweer is gevoerd tegen de hoogte van de gestelde koopprijs van € 3.250,00 staat voldoende vast dat partijen deze prijs zijn overeengekomen.
Gedeeltelijke ontbinding
4.5
[gedaagde01] stelt zich op het standpunt recht te hebben op vermindering van de koopprijs, omdat [naam hond01] aan verschillende gezondheidsproblemen zou lijden. De kantonrechter leest hierin een beroep op gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst wegens non-conformiteit. Uit artikel 7:22 BW volgt dat het mogelijk is om de overeenkomst te ontbinden indien het afgeleverde niet beantwoordt aan de overeenkomst, tenzij de afwijking van dat wat is overeengekomen, gezien haar geringe betekenis, de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
4.6
Voor een geslaagd beroep op gedeeltelijke ontbinding dient allereerst dus beoordeeld te worden of het afgeleverde beantwoordt aan de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde01] onvoldoende heeft onderbouwd dat [naam hond01] ziek is en/of dat er sprake is van afwijkingen (die [gedaagde01] bij het sluiten van de koopovereenkomst niet hoefde te verwachten). Daarbij weegt de kantonrechter mee dat uit de verslagen van 21 en 22 maart 2022 niet blijkt dat het noodzakelijk is om [naam hond01] te opereren vanwege hoestklachten. Dit blijkt evenmin uit het nader ingediende verslag van Heelix van 17 oktober 2022. Voor zover uit dit laatste verslag zou blijken van andere afwijkingen, ontbreekt daarop een mondelinge dan wel schriftelijke toelichting. [gedaagde01] heeft dus niet onderbouwd dat zij een en ander aan haar beroep op non-conformiteit ten grondslag heeft willen leggen. Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat het verslag juist eerder bevestigt dat er géén afwijkingen zijn vastgesteld bij [naam hond01] .
4.7
In het kader van haar beroep op non-conformiteit heeft [gedaagde01] tot slot aangevoerd dat [naam hond01] een maand jonger was dan dat zij op grond van de informatie die [eiser01] voorafgaand aan de koop heeft verstrekt mocht verwachten. Ook dit verweer is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. Uit de verslagen van de dierenartsen van 21 maart en 22 maart 2022 volgt dat zij slechts vermoedens uitspreken over de leeftijd van [naam hond01] . Daar staat tegenover dat [eiser01] via WhatsApp heeft geschreven dat [naam hond01] is geboren op [geboortedatum01] 2021. [eiser01] heeft dit nader onderbouwd door overlegging van de registratie van de stamboom van [naam hond01] bij de Russische Kynologische Federatie en een foto van de fokker van 5 november 2022 waarop het nestje pups (waaronder [naam hond01] ) te zien is. De kantonrechter oordeelt dan ook dat niet is gebleken dat [naam hond01] jonger is dan dat [gedaagde01] mocht verwachten zodat ook op deze grond geen sprake is van non-conformiteit. Dit betekent dat de volledige koopsom voor [naam hond01] voor toewijzing gereed ligt.
Hondentruitjes
4.8
De stelling dat [gedaagde01] ook twee hondentruitjes heeft gekocht, wordt door [gedaagde01] niet betwist. [gedaagde01] voert ook geen afzonderlijk verweer tegen dit deel van de vordering. Ook dit gedeelte komt dus voor toewijzing in aanmerking.
Conclusie
4.9
De vordering ten aanzien van de hoofdsom van € 3.319,90 is naar het oordeel van de kantonrechter in zijn geheel toewijsbaar.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.1
[eiser01] heeft tevens buitengerechtelijke incassokosten gevorderd van € 456,99. Deze vordering wijst de kantonrechter af, omdat niet is gebleken dat in de aanmaning aan [gedaagde01] een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven, ingaande de dag na ontvangst ervan, zoals vereist door artikel 6:96 BW. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
Wettelijke rente
4.11
De wettelijke rente wordt toegewezen over de hoofdsom vanaf 21 maart 2022. [gedaagde01] heeft niet betwist dat is afgesproken dat het volledige bedrag door haar zou worden overgemaakt op de dag van aankoop, zijnde 20 maart 2022. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn partijen daarmee een fatale termijn overeengekomen. [gedaagde01] heeft niet binnen die termijn aan haar betalingsverplichting voldaan, zodat zij sinds 21 maart 2022 in verzuim verkeert.
Proceskosten
4.12
[gedaagde01] is de partij die in het ongelijk wordt gesteld. Zij wordt daarom in de proceskosten, waaronder de nakosten, veroordeeld.
De proceskosten worden tot op heden vastgesteld op:
- griffierecht € 244,00
- explootkosten € 238,33
- salaris gemachtigde € 464,00 (2,00 punten x € 232,00)
- nakosten
€ 116,00(0,50 punten x € 232,00)
- totaal € 683,33
4.13
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiser01] te betalen een bedrag van € 3.319,90, te vermeerderen met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag, met ingang van 21 maart 2022 tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten van € 683,33, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde01] ook de kosten van betekening betalen;
[gedaagde01] is wettelijke rente verschuldigd als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2023.