ECLI:NL:RBZWB:2023:5480
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om een WIA-uitkering toe te kennen. Eiser had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het UWV weigerde deze op basis van de conclusie dat hij per 11 januari 2022 voor 26,58% arbeidsongeschikt was. Eiser had eerder een WW-uitkering ontvangen, maar na een periode van zelfstandigheid en gezondheidsproblemen, waaronder rugklachten en andere fysieke klachten, verzocht hij om een WIA-uitkering. Het UWV verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank heeft de zaak op 12 mei 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het UWV. De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV onderzocht, die was gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen. Eiser voerde aan dat het medisch onderzoek onvolledig was en dat zijn klachten onvoldoende waren meegewogen. De rechtbank concludeerde echter dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiser niet voldeed aan de criteria voor een WIA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid onder de vereiste 35% lag.
De rechtbank oordeelde dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat de door eiser aangedragen argumenten en medische informatie geen aanleiding gaven om te twijfelen aan de conclusies van het UWV. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de weigering van de WIA-uitkering per 11 januari 2022 terecht was.