In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 augustus 2023, zijn de vrouw en de man betrokken, die een affectieve relatie hebben gehad en samen een minderjarig kind hebben. De vrouw heeft de zorg voor het kind en vordert in kort geding het exclusieve gebruik van de huurwoning, terwijl de man verzoekt om een omgangsregeling met het kind. De vrouw heeft tijdelijk bij haar oom gewoond na een conflict met de man, die in de huurwoning is gebleven. De voorzieningenrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de persoonlijke levenssfeer van partijen in acht is genomen. De vrouw vordert dat de man de woning verlaat en dat hij meewerkt aan een verzoek tot medehuurderschap, terwijl de man verweer voert en een omgangsregeling eist. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw afgewezen, omdat het belang van de man om in de woning te blijven en de omgang met het kind zwaarder weegt. De man is veroordeeld om binnen zeven dagen zijn medewerking te verlenen aan het verzoek tot medehuurderschap. De voorzieningenrechter heeft een voorlopige omgangsregeling vastgesteld voor de man met het kind, waarbij de man elke veertien dagen een weekend en de helft van de vakanties en feestdagen omgang heeft. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.