In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de opgelegde last onder dwangsom wegens het gebruiken van een woning in strijd met het bestemmingsplan. Eiseres, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, dat op 15 februari 2022 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft de zaak op 7 juli 2023 behandeld.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet kan worden aangemerkt als overtreder, omdat zij de woning op 23 december 2020 aan haar zoon heeft verkocht. Het college heeft erkend dat de last onder dwangsom ten onrechte aan eiseres is opgelegd, aangezien de woning niet meer in haar eigendom was ten tijde van het bestreden besluit. De rechtbank vernietigt daarom het besluit van 23 juli 2021 en het bestreden besluit, en bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan eiseres moet vergoeden. Het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen, omdat de gemachtigde van eiseres niet beroepsmatig rechtsbijstand heeft verleend.
De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, en openbaar gemaakt op 18 augustus 2023. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.