ECLI:NL:RBZWB:2023:6024

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
AWB- 23_30
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een beroep tegen een last onder dwangsom wegens gebruik van een pand in strijd met bestemmingsplan en Huisvestingsverordening

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de opgelegde last onder dwangsom wegens het gebruiken van een pand in strijd met het bestemmingsplan en de Huisvestingsverordening Tilburg 2022. Eiseres, eigenaar van een woning in Tilburg, heeft in 2021 een waarschuwing ontvangen van het college van burgemeester en wethouders vanwege overtredingen van het bestemmingsplan. Ondanks een verlenging van de begunstigingstermijn, heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres niet heeft voldaan aan de opgelegde last. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning wordt gebruikt in strijd met de geldende regelgeving en dat het college bevoegd was om de last onder dwangsom op te leggen. Eiseres heeft betoogd dat de last een grote impact heeft op haar geestelijke gezondheid, maar de rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid niet heeft afgezien van handhaving. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de last onder dwangsom.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/30 GEMWT

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats ] , eiseres

(gemachtigde: mr. A.C. van Langen),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, het college.

Inleiding

1 In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de opgelegde last onder dwangsom wegens het gebruiken van een pand in strijd met het bestemmingsplan en de Huisvestingsverordening Tilburg 2022.
1.1
Met het bestreden besluit van 21 november 2022 op het bezwaar van eiseres is het college bij dat besluit gebleven.
1.2
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3
De rechtbank heeft het beroep op 20 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en namens het college mr. [naam] .

Beoordeling door de rechtbank

2 De rechtbank beoordeelt de opgelegde last onder dwangsom. Zij doet dat mede aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3 De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.1
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4 Feiten en omstandigheden
Eiseres is eigenaar van de woning op het [adres 1] te [plaats ] (hierna: het adres).
Op 9 juli 2021 hebben toezichthouders een controle uitgevoerd op het adres. Tijdens de controle is geconstateerd dat eiseres in de woning woont met vijf andere personen.
Het college heeft op 28 juli 2021 een waarschuwing afgegeven aan eiseres vanwege strijd met het bestemmingsplan en de Huisvestingsverordening. Eiseres dient de overtreding uiterlijk 1 september 2021 te beëindigen en beëindigd te houden.
Op 3 maart 2022 heeft een toezichthouder nogmaals een controle uitgevoerd op het adres. De toezichthouder heeft geconstateerd dat de situatie onveranderd is gebleven.
Het college heeft op 24 maart 2022 het voornemen kenbaar gemaakt om een last onder dwangsom op te leggen.
Eiseres heeft op 11 april 2022 haar zienswijze kenbaar gemaakt.
Het college heeft met het besluit van 10 juni 2022 een last onder dwangsom opgelegd aan eiseres. Eiseres dient de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Dit kan eiseres doen door met maximaal twee andere personen die geen gemeenschappelijk huishouden met eiseres vormen of met meerdere personen waarmee eiseres wel een duurzaam gemeenschappelijk huishouden vormt te wonen. Dit moet eiseres doen voor 1 augustus 2022. Indien eiseres niet of niet tijdig aan de last voldoet, verbeurt zij bij elke constatering een dwangsom van € 2.000,- met een maximum van € 10.000,-.
Eiseres heeft op 10 juni 2022 hiertegen bezwaar gemaakt.
Het college heeft met het bestreden besluit het bezwaar ongegrond verklaard, maar wel de begunstigingstermijn verlengd tot 1 maart 2023.
5 Overtreding
5.1
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet. [1]
5.2
Op het adres is het bestemmingsplan ‘Stokhasselt 2007’ van toepassing. Op het adres rust de bestemming ‘W’. Op grond van artikel 14.1.1 van de planregels zijn de gebieden die op de plankaart zijn aangegeven als ‘W’ bestemd voor de navolgende functies zoals nader omschreven in artikel 7.
5.3
Onder wonen wordt verstaan: het geheel van aan huis gebonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, al dan niet zelfstandige wooneenheden, woongebouwen e.d. annex tuin en directe omgeving, ten dienste van het verblijven door mensen met de daarbij behorende activiteiten zoals eten, slapen, recreëren, enzovoort. Tot wonen behoort niet het verblijf in recreatieve dagverblijven. [2]
5.4
Onder een woning wordt verstaan: een (gedeelte van een) gebouw of een complex van ruimten dat krachtens zijn indeling geschikt en bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden, daaronder begrepen aan huis verbonden beroep. [3]
5.5
Op grond van artikel 2, eerste lid, onder b, van de Huisvestingsverordening Tilburg 2022 is het verboden om een woonruime, zonder vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet van zelfstandige in onzelfstandige woonruimten om te zetten of omgezet te houden, waarbij bewoning door 3 of meer personen plaatsvindt.
5.6
Tussen partijen is niet in geschil dat de woning wordt gebruikt in strijd met het bestemmingsplan en de Huisvestingsverordening Tilburg 2022 en dat daarmee sprake is van een overtreding. Het college was daarmee bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom.
6 Beginselplicht tot handhaving
6.1
Eiseres heeft betoogd dat het college had moeten afzien van het opleggen van de last onder dwangsom of een minder vergaande maatregel op had moeten leggen. Het bestreden besluit heeft een grote impact op de geestelijke en daarmee lichamelijke gesteldheid van eiseres. Als het gevolg van inbraken in haar woning en voorvallen in de wijk waar eisers woont, voelt eiseres zich onveilig in haar woning. Ze kan hierdoor niet alleen in de woning zijn. Om te voorkomen dat ze op enig moment alleen is in de woning, hebben vrienden en familie kamers in de woning van eiseres in gebruik genomen. Eiseres heeft een verklaring van haar psycholoog overgelegd waaruit blijkt dat eiseres lijdt aan PTSS en hevige angstklachten. Het is volgens de psycholoog niet bevorderlijk voor haar gezondheid als ze alleen in de woning verblijft. Daarnaast wordt eiseres momenteel lastiggevallen door haar buurman, waardoor haar mentale klachten heeft verslechteren. Het bestreden besluit is volgens eiseres in strijd met artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Eiseres heeft tevens betoogd dat de begunstigingstermijn te kort is.
6.2
Het college heeft gesteld dat medische omstandigheden niet dan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen leiden tot het oordeel dat van handhavend optreden dient te worden afgezien en verwijst daarbij naar een uitspraak van de Afdeling. [4] Er zijn daarnaast andere oplossingen denkbaar. Vrees voor inbraak kan geen reden zijn om in strijd met het bestemmingsplan en de Huisvestingsverordening te handelen.
6.3
Op grond van vaste jurisprudentie van de Afdeling zal, gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. In gevallen waarin het bestuursorgaan in dat kader redelijk te achten beleid voert, dient het zich echter in beginsel aan dit beleid te houden. Dit laat onverlet dat het bestuursorgaan slechts onder bijzondere omstandigheden van het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang mag afzien. Dergelijke omstandigheden kunnen zich voordoen als concreet zicht op legalisatie bestaat, of als het opleggen van een dergelijke last zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat in die concrete situatie van het opleggen van die last behoort te worden afgezien.
6.4
De rechtbank is van oordeel dat het college in redelijkheid niet heeft afgezien van de beginselplicht tot handhaving. Er bestond geen concreet zicht op legalisatie. Eiseres heeft namelijk geen aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning en/of omzettingsvergunning om het pand in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken en de woonruimte in onzelfstandige wooneenheden om te zetten. Daarnaast is het opleggen van de last onder dwangsom niet zodanig onevenredig in verhouding met de daarmee te dienen belangen dat moet worden afgezien van het opleggen van een last onder dwangsom. De rechtbank erkent de mentale en fysieke gevolgen van het alleen in de woning verblijven. Dit maakt naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat het college had moeten afzien van de beginselplicht tot handhaving. Uit de verklaring van de psycholoog volgt weliswaar dat eiseres niet alleen in de woning kan verblijven, maar dit betekent niet dat het noodzakelijk is dat er vijf personen bij eiseres in de woning verblijven. Er kan worden volstaan met twee personen, aangezien dit wel is toegestaan op grond van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn andere oplossingen denkbaar. Het college heeft ter zitting gesteld dat eiseres een voorziening in de zin van de Wet maatschappelijke ondersteuning kan aanvragen voor financiële ondersteuning om een persoon in de woning aanwezig te laten zijn. Eiseres kan ook verhuizen naar een andere wijk waar zij zich minder angstig zal voelen. Het college heeft in redelijkheid het algemene belang dat is gediend met handhaving zwaarder laten wegen dan het belang van eiseres.
6.5
Ter zitting heeft het college bevestigd dat de begunstigingstermijn wordt opgeschort tot 6 weken na deze uitspraak. De rechtbank acht de begunstigingstermijn redelijk.

Conclusie en gevolgen

7 Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het college in redelijkheid de last onder dwangsom heeft kunnen opleggen. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.A.F. van Ginneken, rechter, in aanwezigheid van mr. T.A.A. van Hooijdonk, griffier, op 25 augustus 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Artikel 8, eerste lid, van het EVRM
Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 3:4, tweede lid, van de Awb
De voor een of meer belanghebbende nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet.
Bestemmingsplan ‘Stokhasselt 2007’
Artikel 1, onder 132, van de planregels
Woning: een (gedeelte van een een) gebouw of een complex van ruimten dat krachtens zijn indeling geschikt en bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden, daaronder begrepen aan huis verbonden beroep.
Artikel 7.2, onder a, van de planregels
Wonen: het geheel van aan huis gebonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, al dan niet zelfstandige wooneenheden, woongebouwen e.d. annex tuin en directe omgeving, ten dienste van het verblijven door mensen met de daarbij behorende activiteiten zoals eten, slapen, recreëren enz. niet tot wonen behoort het verblijf in recreatieve dagverblijven.
Artikel 14.1.1 van de planregels
De gebieden die op de kaart zijn aangegeven als: ‘W’ zijn bestemd voor de navolgende functies zoals nader omschreven in artikel 7 Wonen, met dien verstande dat sprake is van een grondgebonden woning en dat woonwagenstandplaatsen alleen zijn toegelaten ter plaatse van de op de plankaart aangegeven aanduiding “woonwagenstandplaatsen”.
Op grond van artikel 7.2, onder a, wordt onder wonen verstaan: het geheel van aan huis gebonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, al dan niet zelfstandige wooneenheden, woongebouwen e.d. annex tuin en directe omgeving, ten dienste van het verblijven door mensen met de daarbij behorende activiteiten zoals eten, slapen, recreëren enz. niet tot wonen behoort het verblijf in recreatieve dagverblijven.
Huisvestingsverordening Tilburg 2022
Artikel 2, eerste lid, onder b, van de Huisvestingsverordening
Het is verboden om een woonruimte, zonder vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, waarbij bewoning door 3 of meer personen plaatsvindt.

Voetnoten

1.Artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo.
2.Artikel 7.2, onder a, van de planregels.
3.Artikel 1, onder 132, van de planregels.
4.ABRvS 3 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4401.