ECLI:NL:RBZWB:2023:6216

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
C/02/395891 / HA ZA 22-144 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg overeenkomst en toepassing Haviltex-norm in civiele procedure tussen Ecoseals B.V. en Indaver Separation Technologies B.V.

In deze civiele procedure tussen Ecoseals B.V. en Indaver Separation Technologies B.V. staat de uitleg van een overeenkomst centraal, waarbij de Haviltex-norm wordt toegepast. De rechtbank heeft op 6 september 2023 uitspraak gedaan in de bodemzaak, waarin Ecoseals vorderingen heeft ingesteld tegen IST voor betaling van een restantbedrag van een koopovereenkomst voor vloeistofdichte vloerplaten. IST heeft de overeenkomst ontbonden en vordert terugbetaling van het reeds betaalde bedrag, alsook schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat Ecoseals tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde vloerplaten niet voldeden aan de overeengekomen eisen van vloeistofdichtheid en duurzaamheid. De rechtbank oordeelt dat de tekortkoming van Ecoseals de ontbinding van de overeenkomst door IST rechtvaardigt. De rechtbank heeft de vorderingen van Ecoseals afgewezen en IST in het gelijk gesteld, waarbij Ecoseals is veroordeeld tot terugbetaling van het betaalde bedrag en schadevergoeding aan IST. De proceskosten zijn voor rekening van Ecoseals, die grotendeels ongelijk heeft gekregen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: C/02/395891 / HA ZA 22-144
Vonnis van 6 september 2023
in de zaak van
ECOSEALS B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Ecoseals,
advocaat: mr. R.A. van Helvoirt te 's-Hertogenbosch,
tegen
INDAVER SEPARATION TECHNOLOGIES B.V.,
te 's-Gravenpolder,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: IST,
advocaat: mr. B. Zwaga te Nieuwdorp.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 juni 2022,
- het B-formulier met producties I21 tot en met I25 van IST,
- de mondelinge behandeling van 9 december 2022, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de akte uitlaten voortprocederen van Ecoseals,
- de akte van IST,
- de akte uitlaten van Ecoseals,
- de akte van IST.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ecoseals is een leverancier van vloeistofdichte vloerplaten waarmee een vloeistofdichte vloer gerealiseerd kan worden voor wasstraten, afvalverwerkingsbedrijven en industriële reinigingsplaatsen.
2.2.
IST is onderdeel van afvalverwerkingsbedrijf Indaver Groep en houdt zich bezig met slibontwaterings- en separatietechnologie.
2.3.
Partijen zijn in 2019 met elkaar in overleg getreden omdat IST haar spuitplaats wilde laten vervangen. IST gebruikt de spuitplaats voor het schoonspuiten van machines en materiaal. Ecoseals heeft op 27 maart 2019 Protocol 7701 naar IST gestuurd. Dit protocol bevat voorschriften voor het aanleggen van een vloeistofdichte voorziening met prefab elementen.
2.4.
Voor de aanleg van de vloeistofdichte voorziening was een aannemer nodig. [Aannemersbedrijf] B.V. (hierna: [Aannemersbedrijf] ) is hiervoor benaderd. Op 17 september 2019 schrijft Ecoseals aan [Aannemersbedrijf] :

Bijgaand een opzet voor de werkzaamheden t.b.v. het plaatsen van een ECOseals vloer op een locatie van Indaver in ’s-Gravenpolder . Dit is een dubbele uitvoering van onze vloerplaten (2 x 5,50 m). Graag ontvang ik een prijsje voor het uitvoeringswerk om bijgaande opzet te realiseren. Ik al er zelf weer bij zijn voor aanwijzing en coördinatie.
[Aannemersbedrijf] stuurt op 18 september 2019 een prijsopgave naar Ecoseals voor het vervangen van de vloeistofdichte verhardingen op het terrein van IST. Voor zover relevant vermeldt [Aannemersbedrijf] in deze prijsopgave het volgende:

Uitgangspunten:
  • Hoofd- en detailmaatvoering door opdrachtgever;
  • Vanwege ontbreken van ervaring met het leggen en koppelen van de platen wordt enkel assistentie aangeboden;
  • Wij zijn niet verantwoordelijk voor een juiste montage en/ of werking van de vloeistofdichte vloer;
(…)
2.5.
Op 11 december 2020 heeft Ecoseals aan IST een aanbieding gedaan voor een vloeistofdichte vloer voor € 90.031,00 exclusief BTW. In het begeleidend schrijven schrijft Ecoseals het volgende:

Hierbij ontvangt u van ons een prijsopgave 2020-0036 voor een mobiel vloeistofdicht ECOseals vloersysteem, e.e.a. zoals eerder werd besproken en aangeboden.
Ik heb de aanbieding geactualiseerd. Ter voorbereiding heb ik in overleg met de heer [naam 1] ten behoeve van de uitvoering dit project besproken met [Aannemersbedrijf] uit [plaats] . De prijsopgave (2019) die zij toen hebben opgesteld heb ik als bijlage bijgevoegd. Zij zouden deze opgave wellicht nog moeten actualiseren en vervolgens aan u aanbieden.
Om praktische redenen stel ik voor dat we binnenkort op uw locatie een afspraak maken samen met de aannemer zodat we even persoonlijk kennis kunnen maken en alle project details ter plaatse verder kunnen bespreken en afspreken.
T.a.v. de facturatie is het volgens onze Algemene voorwaarden gebruikelijk om bij opdracht 60% van de som in rekening te brengen.
(…)
In de aanbieding staat, voor zover relevant, het volgende vermeld:

Type aanbieding: Dubbel uitgevoerde spuitplaats
(…)
Hierbij ontvangt u van ons een projectomschrijving en de prijsopgave 2020-0036 voor een bovengronds te installeren ECOseals vloersysteem.
(…)
Omschrijving
1x Mobiele ECOseals vloeistofdichte vloervoorziening met additionele
voorzieningen(…)
Verder bevat de aanbieding de prijsopgave van [Aannemersbedrijf] van 18 september 2019, de algemene voorwaarden van Ecoseals, een prijsoverzicht waaruit blijkt hoe de prijs is opgebouwd, technische informatie en een omschrijving van de aanbieding. In het prijsoverzicht staan, naast de benodigde materialen, ook posten voor “
Transport + plaatsen”, “
Afdichting voegen” en “
Inspecteren + VVV” waarbij “
VVV” staat voor Verklaring Vloeistofdichte Voorziening.
In de omschrijving staat, voor zover hier relevant, het volgende vermeld:

Het gebruik en werkgemak van de modernste vloeistofdichte voorziening is ongeëvenaard. Met een levensduurverwachting van meer dan 30 jaar en geen noemenswaardig onderhoud, is de ECOseals vloer in vele opzichten gunstiger en prijsgunstiger dan gangbare alternatieven (…)
In eenbijgevoegde staat van onderdelenwordt een gedetailleerde uitwerking gegeven van de verschillende onderdelen van het vloersysteem met de additionele voorzieningen, gebaseerd op de vraag.
De prijsopgave betreft hier alleende leveringvan het vloersysteem, eventueel met de additionele voorzieningen.
(…)
De projectrealisatie wordt door de opdrachtgever in principe in eigen beheer gedaan.
(…)
2.6.
Op 19 december 2020 stuurt Ecoseals een akkoordverklaring met de door IST voorgestelde inkoopvoorwaarden van Indaver Nederland B.V.
2.7.
Op 22 december 2020 stuurt IST aan Ecoseals een bestelbon voor de “
Dubbel uitgevoerde spuitplaats” voor een bedrag van € 90.031,00. Dit bedrag is op de bestelbon uitgesplitst in € 54.022,20, en dus 60%, “
Bij oplevering” en € 36.008,80, en dus 40%, “
Na oplevering”.
2.8.
Op 22 december 2020 stuurt Ecoseals de eerste factuur van € 54.022,20 exclusief BTW. Op 23 december 2020 stuurt Ecoseals een e-mail aan [Aannemersbedrijf] met daarin onder meer het volgende:

In september 2019 hebben wij contact gekregen over de uitvoering van een project bij Indaver in ’s-Gravenpolder . Het grote project gaat in het nieuwe jaar van start en ik wil je vooraf graag op locatie uitnodigen om met mij en de mensen van Indaver even kennis te maken en het project door te spreken. Je hebt ECOseals BV een aanbieding gedaan (zie bijlage 18 september 2019) voor het werk, maar de opdracht voor de uitvoering wordt zal door Indaver rechtstreeks aan [Aannemersbedrijf] BV worden gedaan. Ik zelf ben tijdens de uitvoering standby voor aanwijzingen e.d.
(…)
2.9.
Op 15 januari 2021 doen Ecoseals, [Aannemersbedrijf] en IST een rondgang op het terrein van IST. Op 22 januari 2021 stuurt [Aannemersbedrijf] een geactualiseerde prijsopgave. Ook in deze prijsopgave worden de hiervoor in 2.4 geciteerde voorbehouden gemaakt.
2.10.
In week 13 (29 maart 2021 tot en met 2 april 2021) wordt het vloersysteem bij IST geleverd en geplaatst. De heer [naam 2] van Ecoseals is bij de levering en installatie van de vloerplaten aanwezig.
2.11.
Op 29 maart 2021 stuurt Ecoseals de tweede factuur voor de resterende € 36.008,80 exclusief BTW met als vervaldatum 12 april 2021.
2.12.
Kort na de installatie van de vloerplaten ontdekt IST dat er blazen op sommige platen ontstaan, dat de platen bewegen als daar overheen gereden wordt en dat de kitvoegen niet dicht zijn. Ten aanzien van de kitvoegen schrijft Ecoseals per e-mail van 6 april 2021 dat het even kan duren voordat de kit goed is uitgevloeid.
2.13.
Op 15 april 2021 voert de fabrikant van de vloerplaten reparaties uit aan de blazen op de vloerplaten.
2.14.
Bij e-mail van 22 april 2021 schrijft Ecoseals onder meer het volgende:

Met [voornaam] heb ik verder contact over de bijzonder opbolling in enkele platen. Wij gaan die platen uitwisselen voor nieuwe zoals al eerder besproken, waarbij ik nog in overleg met jou en [voornaam] , wil afstemmen of het bij de nu bekende platen blijft. We kunnen dat nog even aanzien hoe e.e.a. zich ontwikkelt. Er is daarna nog wel weer wat tijd nodig om nieuwe platen te produceren en op de locatie te krijgen.
(…)
Als ik concreter kan zijn over de herstel-aanpak en plan, zal ik een datum met je afstemmen.
2.15.
Bij e-mail van 26 april 2021 deelt IST aan Ecoseals mede dat directe en indirecte kosten als gevolg van de “
herstelling” voor rekening van Ecoseals komen.
2.16.
Op 30 april 2021 spreken partijen elkaar over mogelijke oplossingen.
2.17.
Op 10 mei 2021 controleren Ecoseals en [Aannemersbedrijf] de vloerplaten op vormverschil.
2.18.
Bij e-mail van 21 mei 2021 schrijft Ecoseals het volgende:

Mijn verzekeraar stelt intussen vast dat er, behalve de twee platen met blasen, geen gebreken zijn aan het vloersysteem. De lichte beweging bij het overrijden wordt niet als een gebrek gezien. Wat er in de toekomst nog eventueel zou kunnen gebeuren is dan geen argument voor de verzekeraar. Voor mij is het wel van belang en dat houdt in dat mijn voorstel van 30 april aan jou, voor mij van kracht blijft, op mijn kosten dus.
Een nieuwe vloer is voor mij financieel overigens onmogelijk zo je wel kunt begrijpen. Ik heb je dat al aangegeven. Technisch gezien zal dat ook niet de gewenste oplossing bieden omdat de puntlast van een vorkheftruck ook dan mogelijk weer een lichte beweging teweeg kan brengen op de overgang van de platen.
Het aanbrengen van een verzonken brugplaat-voorziening van 8 mm staal (inclusief twee nieuwe platen) zoals op de aangereikte schetsen is gaangegeven heb ik technisch en organisatorisch verder uitgewerkt en dat geeft voorwaarts een enorme sterkte-verbetering, met een hele stijf vloerveld als resultaat. Je hebt daar het meeste aan.
Het is wel nodig dat je de laatste factuur zou willen overmaken zodat ik ook mijn gemaakte kosten op tijd kan afdekken. Ik vraag daarvoor het vertrouwen, in mijn toezegging om voor jouw bedrijfsvoering een goed vloersysteem neer te leggen.
(…)
2.19.
Bij e-mail van 21 mei 2021 reageert IST daarop als volgt:

Afgelopen dinsdag heb ik dhr. [naam 3] begeleid in zijn inspectie, ik had de indruk dat hij wel e.a. aan opmerkingen had maar dat het geen verzekeringskwestie is omdat er geen sprake is van schade.
Dat is iets anders dan het vaststellen van een gebrek of het niet opleveren van een deugdelijke stabiele vloer, de bewegingen zitten wel degelijk in de platen doordat zij zijn krom getrokken.
Onderstaand voorstel is dan ook niet akkoord, zoals eerder aangegeven zijn de afspraken en beloftes van het geleverde product anders dan hetgeen geleverd.
(…)”
2.20.
Bij e-mail van 27 mei 2021 reageert ECOseals als volgt:

In vervolg op onze eerdere mailwisseling en met de ervaring en inzichten van nu, wil ik inzetten op een geheel nieuw vloersysteem op jouw locatie. Al het andere kan niet tot een goede oplossing leiden. Je kunt er daarbij van uitgaan dat zowel de vloerplaten individueel (hardheid, slijtvastheid en robuustheid e.d.) als de onderlinge verbinding (integrale brugplaten constructie) van tevoren op een proeflocatie zijn getest en voorts afgestemd op het normale gebruik op jouw locatie.
De aanpassingen daarvoor heb ik intussen in gang gezet.
(…) Het lijk mij dat doel nu is nu om binnen een redelijke termijn een vloersysteem naar tevredenheid op jouw locatie te realiseren. (…)
2.21.
Bij brief van 21 juni 2021 sommeert Ecoseals IST tot betaling van de tweede factuur en stelt zij IST in gebreke omdat de betalingstermijn van de factuur is verstreken.
2.22.
Bij brief van 25 juni 2021 ontbindt IST de overeenkomst tussen partijen en sommeert zij Ecoseals het reeds betaalde bedrag terug te betalen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Ecoseals vordert - samengevat - veroordeling van IST tot betaling van € 43.570,65, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Ecoseals legt aan haar vordering ten grondslag dat IST de overeenkomst tussen partijen moet nakomen en dus het resterende bedrag van de aankoopsom van de vloeistofdichte vloerplaten moet betalen.
3.3.
IST voert verweer. IST concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Ecoseals, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Ecoseals in de kosten van deze procedure. IST voert aan dat Ecoseals geen deugdelijk vloersysteem heeft geleverd en dit ook niet heeft hersteld of vervangen zodat zij in verzuim verkeerd en geen betaling van de tweede factuur kan vorderen.
in reconventie
3.4.
IST vordert - samengevat - ontbinding van de overeenkomst tussen partijen, veroordeling van Ecoseals tot betaling van € 54.022,20 vermeerderd met BTW en rente en tot betaling van €11.893,53 vermeerderd met BTW en veroordeling van Ecoseals tot verwijdering van het vloersysteem, met veroordeling van Ecoseals in de kosten van de procedure.
3.5.
IST legt aan haar vordering ten grondslag dat Ecoseals, met ondersteuning van [Aannemersbedrijf] , een vloeistofdichte vloer zou leveren. De door Ecoseals geleverde vloer is niet deugdelijk. IST heeft de overeenkomst daarom ontbonden en vordert terugbetaling van het reeds aan Ecoseals betaalde bedrag en vergoeding van schade bestaande uit kosten om materiaal elders te laten wassen omdat de vloeistofdichte vloer niet in gebruik genomen kon worden.
3.6.
Ecoseals voert verweer. Ecoseals concludeert tot afwijzing van de vorderingen van IST, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van IST in de kosten van deze procedure. Ecoseals voert aan dat zij vloerplaten zou leveren. De installatie van de vloerplaten is door [Aannemersbedrijf] gedaan, daarvoor is Ecoseals niet verantwoordelijk. Ecoseals heeft de vloerplaten geleverd en zij betwist dat deze niet deugdelijk zijn. Daarnaast voert zij aan dat IST niet kan ontbinden omdat er sprake is van schuldeisersverzuim omdat IST de tweede factuur niet betaalt.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vordering in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze hierna gezamenlijk beoordelen.
4.2.
Tussen partijen is in geschil wat de omvang is van hun overeenkomst en of Ecoseals heeft geleverd wat is overeengekomen. Als dat het geval is, is IST de tweede factuur verschuldigd. Indien Ecoseals niet heeft geleverd wat is overeengekomen zal beoordeeld moeten worden of die tekortkoming ontbinding rechtvaardigt. Indien dat het geval is zal Ecoseals het al betaalde bedrag aan IST moeten terugbetalen en zal beoordeeld moeten worden of IST schade heeft geleden en wat daarvan de omvang is.
Wat zijn partijen overeengekomen?
4.3.
Ecoseals stelt zich op het standpunt dat zij een koopovereenkomst met IST is aangegaan waarbij zij de vloerplaten met toebehoren aan IST heeft geleverd. IST was zelf verantwoordelijk voor de installatie daarvan en heeft ook zelf [Aannemersbedrijf] naar voren geschoven als aannemer om de vloer te realiseren.
4.4.
IST stelt zich op het standpunt dat partijen een overeenkomst van opdracht hebben gesloten waarbij Ecoseals zich heeft verplicht een vloeistofdicht vloersysteem te realiseren. Ecoseals is verantwoordelijk voor de hoofd- en detailmaatvoering, het leggen en koppelen van de platen en de juiste montage en/of werking van de vloer. Ook de werkzaamheden van [Aannemersbedrijf] vallen onder de verantwoordelijkheid van Ecoseals.
4.5.
Wat partijen precies zijn overeengekomen en dus over en weer aan elkaar verplicht zijn is een vraag van uitleg die dient plaats te vinden aan de hand van de zogeheten Haviltex-maatstaf. Tussen partijen staat vast dat de overeenkomst tot stand is gekomen door de aanbieding van Ecoseals van 11 december 2020, het aanbod, en de bestelbon van IST op 20 december 2020, de aanvaarding. Voor de uitleg van wat partijen daarmee zijn overeengekomen komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de inhoud van deze overeenkomst mochten toekennen en op dat wat zij ten aanzien daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij deze uitleg zijn alle omstandigheden van het concrete geval van belang, gewaardeerd naar wat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen (HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427). Daarbij kunnen ook de gedragingen van partijen na het sluiten van de overeenkomst van belang zijn voor de aan de overeenkomst te geven uitleg (HR 12 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5572).
4.6.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn partijen overeengekomen dat Ecoseals aan IST voor haar spuitplaats een vloeistofdichte vloer met een lange levensverwachting, van tenminste dertig jaar, waarbij geen noemenswaardig onderhoud hoeft te worden gepleegd, zou leveren. Ecoseals heeft zich naar IST verbonden om deze vloeistofdichte vloer te realiseren. Dat [Aannemersbedrijf] werd ingeschakeld om de fundering te maken en de platen te plaatsen doet daar niet aan af.
4.7.
De rechtbank licht dit als volgt toe. In de aanbieding spreekt Ecoseals over een “
vloeistofdicht ECOseals vloersysteem”, ook staat in de aanbieding dat de vloer een levensduur heeft van tenminste dertig jaar zonder noemenswaardig onderhoud. Ecoseals
heeft voorafgaand aan de aanbieding de werkzaamheden voor de installatie van het vloersysteem met [Aannemersbedrijf] besproken en zij stelt in haar aanbieding voor om met alle partijen ter plaatse de projectdetails te bespreken. Daarnaast vermeldt het prijsoverzicht niet enkel posten voor de levering van de platen en bijbehorende materialen maar ook posten voor het plaatsen, afdichten van de voegen, inspecteren en afgeven van een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening. Ecoseals is ook intensief betrokken geweest bij de realisatie van het project. Ecoseals organiseerde een rondgang op het terrein van IST ter voorbereiding van het project, zij was aanwezig bij de installatie van de platen, Ecoseals heeft zelf zorggedragen voor het afkitten van de platen en toen de vloer niet bleek wat IST ervan verwachtte heeft zij eerst voorgesteld om de vloer in een stalen verzonken brugplaat-voorziening te leggen en vervolgens voorgesteld om een compleet nieuwe vloer te realiseren. Onder die omstandigheden kan Ecoseals niet volhouden dat uit de passage in haar aanbieding dat “
De projectrealisatie wordt door de opdrachtgever in principe in eigen beheer gedaan.” en uit de afspraak dat IST zelf rechtstreeks met [Aannemersbedrijf] diende te contracteren voor de aanleg van de fundering en de installatie en van de platen, volgt dat zij enkel vloerplaten heeft verkocht en geleverd. Dat strookt niet met wat er verder in haar aanbieding staat en met haar uitlatingen en gedragingen gedurende de realisatie van het project. Gelet op alle voornoemde omstandigheden mocht IST de aanbieding van Ecoseals zo begrijpen dat Ecoseals een vloeistofdicht vloersysteem zou leveren en dus dat Ecoseals er zorg voor zou dragen dat de vloer correct werd geïnstalleerd en vloeistofdicht zou zijn.
Heeft Ecoseals geleverd wat is overeengekomen?
4.8.
De rechtbank is van oordeel dat de vloer niet voldoet aan wat partijen zijn overeen gekomen. De rechtbank licht dat als volgt toe. Gedurende deze procedure heeft Ecoseals de vloer laten inspecteren door Contrall B.V. (hierna Contrall) en IST heeft Nebest B.V. (hierna: Nebest) opdracht gegeven de vloer te inspecteren. Beide deskundigenbureaus hebben rapportages opgesteld. Uit beide rapportages blijkt dat de vloer niet vloeistofdicht is, dat er sprake is van scheuren dan wel openstaande naden, dat de platen krom zijn en dat er een blaar is ontstaan door onthechting van de slijtlaag. Daarnaast blijkt uit het rapport van Nebest dat de slijtlaag van onvoldoende kwaliteit is voor een vloer die langer dan 25 jaar mee zou moeten gaan. Dit laatste wordt door Ecoseals betwist. Ecoseals stelt dat Nebest bij deze bevinding geen rekening heeft gehouden met het gegeven dat de vloer weliswaar niet wordt gebruikt zoals beoogd maar wel wordt gebruikt als opslagplaats voor materiaal. De rechtbank gaat hieraan voorbij omdat Ecoseals hiermee de bevindingen van Nebest onvoldoende betwist. Het had op haar weg gelegen toe te lichten dat het huidige gebruik door IST zodanig afwijkt van het beoogde gebruik dat de slijtlaag wel van voldoende kwaliteit is om lang mee te gaan bij beoogd gebruik.
Rechtvaardigt de tekortkoming van Ecoseals ontbinding door IST?
4.9.
Ecoseals stelt zich op het standpunt dat de gebreken geen ontbinding rechtvaardigen. Zij voert aan dat de vloerplaten zelf deugdelijk waren zodat de ontstane gebreken aan de vloer wel het gevolg moeten zijn van een gebrek aan de fundering. De fundering is door [Aannemersbedrijf] aangelegd, daarvoor is Ecoseals niet aansprakelijk. Voor zover Ecoseals aansprakelijk is voor de geconstateerde gebreken zijn deze beperkt en eenvoudig te herstellen waarna de vloer alsnog vloeistofdicht is. Daarnaast voert Ecoseals aan dat IST in schuldeisersverzuim verkeert doordat zij de tweede factuur niet heeft betaald. Ook om die reden kan IST de overeenkomst niet ontbinden.
4.9.1.
De rechtbank is van oordeel dat de tekortkoming van Ecoseals ontbinding van de overeenkomst door IST rechtvaardigt. Uit wat in 4.8 is overwogen volgt dat de vloer zowel qua vloeistofdichtheid als qua duurzaamheid niet voldoet. Ecoseals heeft dus geen onderhoudsarme vloeistofdichte vloer geleverd. Dit raakt de kern van de door Ecoseals te verrichten prestatie en rechtvaardigt dus de ontbinding.
4.9.2.
De rechtbank gaat voorbij aan het standpunt van Ecoseals dat de gebreken aan de vloer het gevolg zijn van een gebrekkige fundering en niet van gebreken aan de vloerplaten. Los van de vraag of Ecoseals aansprakelijk is voor gebreken aan de fundering heeft Ecoseals op geen enkele wijze toegelicht wat er niet in orde is aan de fundering en hoe dit tot de geconstateerde gebreken kan leiden. Dit had wel op haar weg gelegen. Dit geldt zeker ook omdat Ecoseals goed op de hoogte was van de werkzaamheden van [Aannemersbedrijf] . Zij heeft de eerste offerte van [Aannemersbedrijf] ontvangen, er is uitgebreid contact geweest tussen [Aannemersbedrijf] en Ecoseals over de uit te voeren werkzaamheden en bovendien was Ecoseals aanwezig bij het plaatsen van de vloer. Ecoseals wist hoe de fundering werd aangelegd en heeft de fundering gezien voordat de platen erop gelegd werden.
4.9.3.
Ecoseals voert nog aan dat IST niet kon ontbinden omdat zij zelf al in schuldeisersverzuim verkeerde door de tweede factuur niet te betalen. Dit verweer slaagt evenmin. Op haar bestelbon van 22 december 2020 heeft IST vermeld dat zij de resterende 40% van de koopsom betaalt “
Na oplevering”. Tussen partijen is vanaf het plaatsen van de vloer overleg geweest over herstel van aan de vloer geconstateerde problemen. Dat de vloer op enig moment correct is opgeleverd is niet gesteld en niet gebleken. IST was dus nog niet gehouden de factuur te betalen. Van schuldeisersverzuim is geen sprake.
4.10.
Uit het voorgaande volgt dat de overeenkomst tussen partijen met de brief van IST van 25 juni 2021 rechtsgeldig is ontbonden.
Wat is de schade van IST?
4.11.
Op grond van artikel 6:277 BW is de partij wiens tekortkoming de ontbinding heeft opgeleverd verplicht aan de wederpartij de als gevolg daarvan geleden schade te vergoeden.
4.12.
Uit het voorgaande volgt dat Ecoseals is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst als gevolg waarvan IST de overeenkomst heeft ontbonden. Ecoseals voert verweer tegen de schade en stelt dat IST onvoldoende inzicht heeft gegeven in haar schade en dat de gevorderde schadevergoeding daarom moet worden afgewezen.
4.13.
Ook hier gaat de rechtbank aan voorbij. IST stelt dat zij kosten heeft moeten maken doordat zij materiaal elders heeft moeten wassen in plaats van op de daarvoor aangeschafte vloeistofdichte vloer van Ecoseals. Dat IST hiervoor kosten heeft gemaakt acht de rechtbank aannemelijk en bij die stand van zaken dient de rechtbank de schade vast te stellen, te schatten of partijen naar de schadestaat te verwijzen (HR 7 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1435).
4.14.
IST heeft haar schade onderbouwd met facturen van een aan haar gelieerde vennootschap waar het materiaal uiteindelijk gewassen is. De rechtbank zal de schade vaststellen aan de hand van die facturen. De kosten voor reinigingsmiddelen en manuren worden daarbij buiten beschouwing gelaten omdat IST deze kosten ook zou hebben gemaakt als zij wel gebruik had kunnen maken van de vloeistofdichte vloer. Daarnaast vordert IST transportkosten en tolkosten omdat de vennootschap waar het materiaal is gewassen in Hulst is gevestigd zodat transport door de Westerscheldetunnel noodzakelijk was. Deze kosten heeft Ecoseals onvoldoende gemotiveerd betwist, komen de rechtbank niet onredelijk voor en zullen dus worden toegewezen zoals gevorderd. De totale som van de door IST overgelegde facturen minus de posten voor manuren en reinigingsmiddelen bedraagt € 3.079,04. De rechtbank zal de schade van IST begroten op dat bedrag vermeerderd met de transportkosten en tolkosten zodat de totale begrote schade € 5.995,04 bedraagt. IST vordert de schade te vermeerderen met 21% BTW. Dit zal worden afgewezen omdat over schade geen BTW is verschuldigd.
De vorderingen van Ecoseals
4.15.
Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen van Ecoseals worden afgewezen.
De vorderingen van IST
4.16.
De vordering van IST tot ontbinding van de overeenkomst tussen partijen wordt afgewezen omdat de overeenkomst al is ontbonden.
4.17.
Dat de overeenkomst is ontbonden brengt ongedaanmakingsverplichtingen met zich. Ecoseals zal het bedrag van € 65.366,86 (€ 54.022,20 vermeerderd met 21% BTW) dat IST al heeft betaald moeten terugbetalen. Dit deel van de vordering zal worden toegewezen.
4.18.
De gevorderde schadevergoeding wordt toegewezen zoals hiervoor in 4.14 is overwogen.
4.19.
IST vordert ook Ecoseals te veroordelen tot het verwijderen van de vloer. Het teruggeven van de vloer(platen) is echter een ongedaanmakingsverplichting van IST. Ecoseals kan niet veroordeeld worden tot het uitvoeren van de ongedaanmakingsverbintenis van IST. Een andere grondslag voor deze vordering heeft IST niet aangevoerd. Dit deel van de vordering wordt afgewezen.
De kosten van de procedure
4.20.
Ecoseals is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van IST als volgt begroot:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
2.957,50
(2,50 punten × € 1.183,00)
- nakosten
271,00
(plus de verhoging zoals
vermeld in de beslissing)
Totaal
6.065,50
4.21.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt, anders dan IST vordert, toegewezen vanaf de 15e dag dat deze kosten verschuldigd zijn geworden omdat dit wordt geacht een redelijke termijn te zijn.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Ecoseals af,
in reconventie
5.2.
veroordeelt Ecoseals om aan IST te betalen een bedrag van € 71.361,90, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 65.366,86, met ingang van 7 maart 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in conventie en in reconventie
5.4.
veroordeelt Ecoseals in de proceskosten van € 6.065,50, te betalen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, vermeerderd, indien niet wordt betaald en het vonnis wordt betekend, met € 90,00, plus de kosten van betekening, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag nadat deze kosten verschuldigd zijn geworden,
5.5.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de beslissingen in 5.2 en 5.4 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023.