ECLI:NL:RBZWB:2023:6384
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en terugvordering door uitvoeringsorganisatie Baanbrekers
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers, dat op 20 juni 2022 is genomen. Dit besluit houdt in dat de bijstandsuitkering van eiser over de periode van 16 juli 2021 tot en met 27 september 2021 is ingetrokken en dat er een bedrag van € 3.235,34 van hem is teruggevorderd. Eiser heeft aangevoerd dat de intrekking van zijn bijstandsuitkering in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, omdat hij geen signalen heeft ontvangen dat hij in strijd met zijn verplichtingen handelde. De rechtbank heeft op 6 september 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser over de betreffende periode een bijstandsuitkering heeft ontvangen, maar dat deze is ingetrokken wegens schending van de inlichtingenverplichting. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij in een acute noodsituatie verkeerde, zoals vereist voor een uitzondering op de intrekking van de bijstandsuitkering. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van het bedrag door Baanbrekers terecht zijn geweest. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en hem in de proceskosten niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 september 2023 en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.