ECLI:NL:RBZWB:2023:6387
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en terugvordering door gemeente Tilburg na verblijf in het buitenland
In deze zaak hebben eisers, een echtpaar uit [plaats], beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarbij hun bijstandsuitkering werd ingetrokken en een bedrag van € 1.092,61 werd teruggevorderd. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 6 september 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Eisers ontvingen sinds 4 februari 2019 een bijstandsuitkering naar de norm voor gehuwden, maar het college heeft deze per 26 februari 2022 beëindigd, omdat eisers langer dan vier weken in het buitenland verbleven. Eisers hebben aangevoerd dat er noodzakelijke (medische) gronden waren voor hun verblijf in het buitenland en dat de handhaving van het territorialiteitsbeginsel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers niet in geschil zijn dat zij langer dan vier weken in het buitenland verbleven, waardoor zij op grond van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder e van de Participatiewet (PW) geen recht hebben op bijstand. De rechtbank oordeelt dat artikel 13, eerste lid, aanhef en onder e van de PW dwingend is geformuleerd en niet kan worden getoetst aan het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank heeft ook overwogen dat het college onder bepaalde omstandigheden bijstand kan verlenen, maar dat eisers niet hebben aangetoond dat zij in een acute noodsituatie verkeerden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het college terecht is overgegaan tot intrekking van de bijstandsuitkering met ingang van 27 februari 2022. Het beroep van eisers is ongegrond verklaard, en zij krijgen geen proceskostenvergoeding of griffierecht vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.