3.1.In rechte staan de volgende feiten vast.
a. [eiser sub 2] is een gepensioneerde werktuigbouwkundige ingenieur die nog projecten op het gebied van projectmanagement doet en na zijn pensionering zijn activiteiten heeft verbreed. [eiser sub 1] is opgericht op 12 december 1984 en bankiert sinds 1985 bij ABN AMRO. [eiser sub 1] is de financiële holdingmaatschappij van [eiser sub 2] .
b. [eiser sub 1] beschikt over een zogenaamde Ondernemersrekening bij ABN AMRO ( hierna: de “Ondernemersrekening”).
c. [eiser sub 2] bankiert in privé bij ABN AMRO en hij beschikt over een betaalrekening (hierna: de ‘Betaalrekening”) Daarnaast bankiert [eiser sub 2] ook bij een Spaanse bank en bij KNAB Bank.
d. Op de relatie tussen [eiseres] en ABN AMRO zijn de Algemene Bankvoorwaarden ABN AMRO Bank N.V. 2017 van toepassing verklaard (hierna: de “ABV”).
e. Artikel 2 van de ABV luidt als volgt:
“Artikel 2 - Zorgplicht
Wij hebben een zorgplicht. u bent ook zorgvuldig tegenover ons en u mag van onze dienstverlening geen
misbruik maken.
1 Wij zijn bij onze dienstverlening zorgvuldig en houden hierbij zo goed mogelijk rekening met uw belangen.
Dit doen wij op een manier die aansluit bij de aard van de dienstverlening. (...)
2. U bent zorgvuldig tegenover ons en houdt zo goed mogelijk rekening met onze belangen. U werkt eraan
mee dat wij onze dienstverlening correct kunnen uitvoeren en aan onze verplichtingen kunnen voldoen.
Hiermee bedoelen wij niet alleen onze verplichtingen tegenover u, maar bijvoorbeeld ook verplichtingen die
wij in verband met onze dienstverlening aan u hebben tegenover toezichthouders of fiscale of andere
(nationale, internationale of supranationale) autoriteiten.
U geeft ons, als wij daarom vragen, de informatie en documentatie die wij daarvoor nodig hebben. Als het u
duidelijk moet zijn dat wij die informatie of documentatie nodig hebben, geeft u die uit uzelf.
U mag onze diensten of producten alleen gebruiken waarvoor ze zijn bedoeld en hiervan geen misbruik (laten)
maken. Denkt u bij misbruik bijvoorbeeld aan strafbare feiten of activiteiten die schadelijk zijn voor ons of onze
reputatie of die de werking en betrouwbaarheid van het financiële stelsel kunnen schaden.”
f. Artikel 3 van de ABV luidt als volgt:
“Artikel 3 - Activiteiten en doeleinden
Wij vragen u om informatie om misbruik te voorkomen en risico’s te beoordelen.
1. Banken hebben een sleutelrol in het nationale en internationale financiële stelsel. Helaas wordt onze
dienstverlening soms misbruikt, bijvoorbeeld voor het witwassen van geld. Wij willen misbruik voorkomen en
moeten dit volgens de wet ook doen. Wij hebben hiervoor informatie van u nodig. De informatie kan
bijvoorbeeld ook nodig zijn voor de beoordeling van onze risico’s of het goede verloop van onze
dienstverlening. Daarom informeert u ons, als wij dat vragen, in ieder geval over:
a.
a) uw activiteiten en doelen
b) waarom u een product of dienst van ons afneemt of wilt afnemen
c) hoe u bent gekomen aan geld, waardepapieren of andere zaken die u bij of via ons onderbrengt.
2. U werkt eraan mee dat wij de informatie kunnen controleren. Bij het gebruik van de informatie houden wij
ons aan de geldende privacyregelgeving.”
g. In artikel 35 ABV is bepaald dat ABN AMRO de relatie mag opzeggen, onder mededeling van de reden. Dat artikel luidt als volgt:
Artikel 35 - Opzegging van de relatie
“(...)
1. U kunt de relatie tussen u en ons opzeggen. Wij kunnen dit ook. Het is daarvoor niet nodig dat u in
verzuim bent met de nakoming van een verplichting. Wij houden ons bij opzegging aan onze zorgplicht
als genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Als u ons vraagt waarom wij de relatie opzeggen, dan laten wij u dat
weten.”
h. In de periode 1985 tot 2018 wordt de Ondernemersrekening gebruikt in lijn met wat ABN AMRO verwacht bij een zakelijke betaalrekening van een financiële holdingmaatschappij. Er worden bedragen bijgeschreven van Nederlandse betaalrekeningen die betrekking hebben op maandelijkse aflossingen en rentebetalingen uit hoofde van door [eiser sub 1] verstrekte (hypothecaire) leningen aan bedrijven en particulieren. Daarnaast komen inkomsten binnen uit dividend uitkeringen van (en aflossingen van leningen door) de Webeasy Group, een onderneming waar [eiser sub 2] 25% aandeelhouder van is.
i. Medio 2019 wendt [eiser sub 2] zich tot zijn relatiemanager bij ABN AMRO, met de mededeling dat op korte termijn grote bedragen vanuit Indonesië op de Ondernemersrekening zullen worden bijgeschreven, afkomstig van de verkoop van goud. De relatiemanager heeft hierop overleg gevoerd met de afdeling
compliancevan de bank, waarna is besloten dat ABN AMRO niet wil meewerken aan dergelijke transacties.
j. [eiseres] is het hiermee oneens en dient een klacht in tegen de betreffende relatiemanager.
k. De aankondiging van [eiseres] over te ontvangen geldbedragen uit Indonesië en de hierop volgende discussie en klacht leidt eind 2019 tot nader klantonderzoek van ABN AMRO naar [eiser sub 1] .
l. ABN AMRO doet daarbij onderzoek naar het transactieverloop op de Ondernemersrekening en constateert dat sinds 2018 van de Ondernemersrekening vele overboekingen naar betaalrekeningen in Indonesië zijn gedaan van soms substantiële bedragen. In de periode van 10 december 2018 tot en met 22 juli 2019 is in totaal € 129.250,- naar een persoon genaamd [naam 1] overgemaakt en is in de periode van 18 oktober 2018 tot en met 30 september 2019 in totaal € 92.000,- naar een persoon genaamd [naam 2] overgemaakt. Dit rekeninggebruik is in afwijking van het voorheen gebruikelijke transactieverkeer op de Ondernemersrekening.
m. Op 4 december 2019 neemt ABN AMRO telefonisch contact op met [eiseres] om navraag hierover te doen. [eiseres] licht een en ander toe en partijen spreken af dat de ABN AMRO de vragen die zij heeft en de onderbouwende documenten die zij van [eiser sub 1] verlangt per e-mail aan [eiser sub 2] zal sturen. Vervolgens ontwikkelt zich een emailcorrespondentie tussen partijen.
n. Op 3 april 2020 neemt de ABN AMRO weer telefonisch contact met [eiser sub 2] op om vragen te stellen over (onder meer) voornoemde transacties en zijn activiteiten in (onder meer) Indonesië. [eiser sub 2] geeft (onder meer) aan dat hij bemiddelt bij de handel in goud en antieke voorwerpen in Indonesië.
o. In april 2020 stuurt [eiser sub 2] vervolgens een omvangrijk Word document met 71 bijlagen aan de ABN AMRO. In dit document licht [eiser sub 2] toe hoe [eiser sub 1] in Indonesië terecht is gekomen, wat de activiteiten zijn en welke samenwerkingsverbanden de vennootschap hiertoe is aangegaan.
p. [eiser sub 2] licht toe dat hij aanvankelijk met twee andere personen heeft gepoogd om samen met een partner ( [naam 2] ) marktaandeel in Indonesië te verkrijgen voor hun bedrijf gespecialiseerd in nano coating technologie, met behulp van een bevriende Indonesische relatie van [naam 2] , [naam 3] .
q. Voornoemde activiteiten in de nano coating technologie zijn uiteindelijk niet van de grond gekomen. [naam 3] heeft het geldbedrag van € 92.650,- dat hij van [eiser sub 1] heeft geleend, niet terugbetaald.
r. Over de goudhandel merkt [eiser sub 2] (onder meer) het volgende op:
“Door bekend te maken dat [naam 2] actief was in Indonesië bij zijn relaties is hij benaderd door [naam 4] , kopie paspoort bijlage 4), een vriend van hem en handelaar in goud en andere edelmetalen, met het verzoek te onderzoeken of hij goud kon aankopen in Indonesië wat we via het circuit van [naam 4] konden gaan aanbieden in de Verenigde Staten van Amerika.
De goud business leek het meest aantrekkelijke idee en daardoor zijn [naam 3] en [naam 2] zich (als bemiddelaar ) gaan opwerpen in deze business samen met [naam 4] en zijn partner [naam 5] , van Clones lnvestment LLC, in New York (zie bijlage 5) voor bevestiging samenwerking.”
s. [eiser sub 1] is samenwerkingen aangegaan met verschillende lokale
adviseurs en partners, waarbij [eiser sub 1] operationele kosten van de
samenwerking draagt en alle activiteiten/werkzaamheden door de lokale partners werden uitgevoerd.
t. [eiser sub 2] licht vervolgens toe dat de [eiser sub 1] via de goudhandel in contact is gebracht met de handel in zogenaamde “antiques”. Hij merkt hierover (onder meer) het volgende op:
“Deze handel in ANTIQUES is een wat schimmige wereld omdat er ongelooflijk hoge prijzen worden betaald, zie bijlage 18), voor de meest vreemde zaken, waarbij opgemerkt dat de meeste zaken die aangeboden worden uit vervalsingen bestaan.
Zo staat een samoerai zwaard geprijsd op deze lijst voor 15 trillion ( = 15 biljoen Rupiah of zo’n € 1,000,000,000.- ) terwijl de reële prijs nog vele malen hoger ligt, soms wel op 500 biljoen Rupiah. (…).”
u. Uit de toelichting van [eiser sub 2] blijk dat [eiser sub 1] tientallen samenwerkingsovereenkomsten (joint venture agreements) heeft gesloten met natuurlijke personen en ondernemingen in (of actief in) Indonesië. Daarnaast zijn er overeenkomsten gesloten met taxateurs en verkoopbemiddelaars, maar ook met politici, politiefunctionarissen en personen die dicht bij de president van Indonesië staan.
v. [eiser sub 1] maakt verder ook gebruik van een groot aantal personen die exclusief voor [eiser sub 1]
“op pad zijn om items te vinden”. Deze personen werken op commissiebasis, maar krijgen van [eiser sub 1] via [naam 2] wel hun onkosten vergoed.
w. In zijn verslag gaat [eiser sub 2] tevens in op de vragen van ABN AMRO. In antwoord op de vraag van de ABN AMRO over de achtergrond en het doel van de betalingen aan [naam 1] in de periode van 10 december 2018 tot en met 22 juli 2019 (in totaal € 129.250,-) merkt [eiser sub 2] op dat dit betalingen zijn met betrekking tot (i) de aankoop van aandelen in de Indonesische PT, (ii) drie leningen en (iii) investeringen in bepaalde activiteiten, waarbij wordt opgemerkt dat [naam 1] niet aan haar terugbetalingsverplichtingen kon voldoen.
x. Daarnaast heeft [eiser sub 1] € 12.500,- overgemaakt om 3 samoeraizwaarden te kopen van een persoon genaamd ‘ [naam 6] ’, waarvan er twee reeds zijn getest, waarbij een mogelijke terugbetaling van een groot geldbedrag in het vooruitzicht is gesteld.
y. Tot slot heeft [eiser sub 1] € 1.300,- overgemaakt voor de aankoop van
samoeraizwaarden van een persoon genaamd ‘ [naam 7] ’, eveneens met een mogelijke terugbetaling van een groot geldbedrag in het vooruitzicht.
z. Er heeft nog geen succesvolle aankoop en verkoop of bemiddeling van een authentiek antiek voorwerp plaatsgevonden.
aa. Ten aanzien van de gelden die in de periode van 18 oktober 2018 tot en met 30 september 2019 naar [naam 2] zijn overgemaakt (in totaal € 92.000,-) merkt [eiser sub 2] in zijn toelichting op dat [naam 2] de organisator in Jakarta is van alle activiteiten en dat hij in die hoedanigheid alle betalingen in de operationele sfeer doet, zoals vliegtickets, huishuur, hotelkosten, maaltijden en entertainment. [eiser sub 2] geeft aan op dit moment daarvan geen bonnen of bankafschriften te hebben, maar die wel op korte termijn te kunnen overleggen.
bb. Bij brief van 19 oktober 2021 stelt ABN AMRO aanvullende vragen. ABN AMRO vraagt (onder meer) om een toelichting ten aanzien van (i) het bedrijfs- en verdienmodel, (ii) een toelichting met betrekking tot de overboeking van (in totaal) € 75.000.- aan [naam 8] in Gambia en (iii) een toelichting met betrekking tot de overboeking van (in totaal) € 250.000,- aan [naam 9] van The Law Office in Buffalo.
Daarnaast heeft ABN AMRO aanvullende vragen ten aanzien van de activiteiten in Indonesië. Zo wil ABN AMRO onder meer weten welke maatregelen [eiser sub 1] heeft getroffen om te voorkomen dat (i) de partners in (hoog-risicoland) Indonesië de vennootschap integriteitsschade berokkenen en/of (ii) de vennootschap (on)bedoeld en (in)direct betrokken raakt bij oplichting, corruptie, omkoping, witwaspraktijken of terrorismefinanciering. ABN AMRO wil weten hoe de zakenpartners worden geselecteerd, hoe de overdracht van gelden en goederen is overeengekomen en welke maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat gelden van de vennootschap in handen komen van partijen die betrokken zijn bij geweldsconflicten of oorlog, of gelinkt kunnen worden aan witwassen en terrorismefinanciering. Tot slot vraagt ABN AMRO naar de totstandkoming van de samenwerking met [naam 2] (en zijn verantwoordelijkheden) en wijst zij erop dat handelspartner [naam 4] in verband wordt gebracht met oplichting. ABN AMRO verzoekt [eiser sub 2] om uiterlijk op 4 november 2021 te reageren, bij gebreke waarvan de relatie mogelijk zal worden beëindigd.
cc. [eiser sub 2] reageert uitvoerig bij brief van 10 november 2021. In de inleiding geeft hij aan dat de activiteiten in Indonesië in maart 2020 zijn gestopt wegens het uitblijven van resultaten en de terugkeer van [naam 2] naar Nederland wegens de Covid pandemie. Geen enkele
‘lead’heeft resultaat opgeleverd en de laatste
leadwordt thans afgewikkeld, aldus [eiser sub 2] .
dd. [eiser sub 2] stelt dat de inkomsten uit management activiteiten zijn gegenereerd en dat het pensioen in eigen beheer is en de belegging van de gelden van [eiser sub 1] door de vennootschap worden gemanaged. Het betreft volgens [eiser sub 2] een pure management B.V.
ee. Ten aanzien van de betalingen naar Gambia licht [eiser sub 2] toe dat [eiser sub 1] schenkingen/investeringen heeft gedaan aan de Stichting Water voor Gambia, een Nederlandse stichting, ten behoeve van de bouw van een kantoor annex verblijfplaats in
Gambia.
ff. De betaling van € 250.000,- naar de USA betrof volgens [eiser sub 2] een
‘trading deal’met [naam 10] uit New York. [eiser sub 1] was via rijke klanten uit de goudhandel bij haar terecht gekomen en de deals zijn doorgaans enkele honderden miljoenen Euro’s per transactie, zo stelt [eiser sub 2] . [naam 10] bood hem een kleinschalige deal aan, hetgeen oplichting bleek te zijn, aldus [eiser sub 2] .
gg. Ten aanzien van de selectie van zakenpartners in Indonesië geeft [eiser sub 2] aan dat deze zich op eigen initiatief meldden bij [eiser sub 1] , met het verzoek om
aanbetalingen. [eiser sub 2] geeft aan dat er geen enkele succesvolle verkoop heeft plaatsgevonden en er nooit enige uitkering van commissie is gedaan. In de ogen van [eiser sub 2] is van corruptie, omkoping, witwaspraktijken of terrorisme geen sprake. De samenwerkingsverbanden zijn volgens [eiser sub 2] tot stand gekomen op basis van bevriende kennissen van bepaalde personen, die veelal zijn afgevallen omdat zij niet betrouwbaar bleken en/of de door hen aangeboden objecten vals waren.
hh. Bij brief van 8 december 2021 stelt ABN AMRO wederom nadere vragen.
ABN AMRO verwijst naar de verklaring van [eiser sub 2] dat de activiteiten in Indonesië in maart 2020 fors zijn afgebouwd en dat [naam 2] toen is teruggekeerd naar Nederland en vraagt in dit kader om een toelichting ten aanzien van 14 transacties tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021 naar een persoon genaamd ‘ [naam 11] ’ in Indonesië van in totaal € 62.725,-. Daarnaast vraagt de Bank om een toelichting met betrekking tot een betaling van € 66.000,- (in twee transacties) in september 2021 aan PT [bedrijf 1] in Indonesië.
ii. [eiser sub 2] reageert bij brief van 30 december 2021 waaruit volgt - samengevat - dat hij toch actief is doorgegaan met de activiteiten in Indonesië, met hulp van een persoon genaamd ‘ [naam 12] ’. De betalingen hadden volgens [eiser sub 2] te maken met kosten van deze ‘ [naam 11] ’. Over de betalingen aan PT [bedrijf 1] in september 2021 merkt [eiser sub 2] op dat dit een vennootschap van bekenden van [naam 11] is, met liquiditeitsproblemen en dat [eiser sub 1] aandelen in deze PT wilde overnemen om legaal zaken te kunnen doen in Indonesië.
jj. Als antwoord op de vraag hoe [eiser sub 1] en [naam 2] inschatten/toetsen of de door hen ingeschakelde zakenpartners over de benodigde expertise beschikken, geeft [eiser sub 2] aan dat slechts heel weinig personen ervaring hebben op het gebied van
tradingen
antiques, om welke reden zij voor
antiques[naam 11] hebben ingeschakeld voor bepaalde items. Ten aanzien van
tradingmerkt [eiser sub 2] het volgende op:
In de wereld van trading golden in principe dezelfde regels of te wel wij waren alleen tussenpersoon tussen gefortuneerde privé personen, (als aanbieders van hun zekerheden ), ook meestal weer via hun tussenpersonen, en mogelijke instellingen die trading faciliteren, maar ook weer via tussenpersonen van deze faciliterende bedrijven.
Hier is het nooit tot een deal gekomen maar wij ( [naam 2] en [eiser sub 2] ) hadden afspraken met de gefortuneerde privé personen en de tussenpersonen van de instellingen over de verdelingen van de eventuele provisies.
kk. Bij voornoemde brief van [eiser sub 2] van 30 december 2021 zijn WhatsApp gesprekken gevoegd over diverse transacties in 2021 met [naam 11] , zoals voor (i) de huur van een opslag box voor samoeraiobjecten (€ 3.975,-), (ii) kosten bij verschillende overheidsinstanties (€ 20.800) en (iii) kosten voor testen op echtheid van samoeraiobjecten (€ 8.200,-).
ll. ABN AMRO stelt vervolgens weer nadere vragen aan [eiser sub 2] . Bij brief van 14 februari 2022 geeft [eiser sub 2] ten aanzien van de gevraagde facturen en onderbouwende documenten van de transacties van ‘ [naam 11] ’ aan, dat hij dit meermaals aan [naam 11] heeft gevraagd, maar niets heeft ontvangen en dat zij pas na een ‘deal’ samen om tafel gaan zitten om alle relevante documenten te kopiëren en aan [eiser sub 2] te overhandigen. Wat betreft de
‘trading deal’in de VS geeft [eiser sub 2] aan dit niet het gewenste resultaat was
“waar ik helaas ingetrapt ben”.
mm. Bij brieven van 22 februari 2022 zegt ABN AMRO de relatie met [eiseres] op per 22 april 2022.
nn. [eiseres] maakt bij brief van 1 maart 2022 bezwaar tegen de beëindiging van de relatie. [eiser sub 2] meent dat de bezwaren van ABN AMRO worden geuit in nietszeggende argumenten, vindt dat hem niet de gelegenheid is geboden om een mondelinge toelichting te geven en meent dat geen hoor- en wederhoor is toegepast. Tot slot stelt [eiser sub 2] dat ABN AMRO hem als crimineel heeft weggezet, zonder enige vorm van bewijsvoering.
oo. ABN AMRO reageert bij brief van 29 maart 2022, waarin zij het bezwaar van [eiser sub 2] afwijst en de beëindigingsdatum opschort tot 30 mei 2022. ABN AMRO motiveert haar besluit onder meer als volgt:
“(…)Het is de bank bekent dat de goud- en antiekhandel, waar de onderneming actief in is, inherente
integriteitsrisico’s met zich mee brengen. De bank heeft tijdens het klantenonderzoek onvoldoende
inzicht gekregen in hoe u deze integriteitsrisico’s adresseert. Daarnaast is de onderneming actief in en
voert transacties uit in risicolanden, terwijl de bank geen plausibele verklaring heeft ontvangen voor deze
transacties en deze niet te verifiëren zijn door haar. Hierdoor twijfelt de bank aan de plausibiliteit en
legitimiteit van deze transacties. Het gebrek aan inzicht brengt voor de bank niet in te schatten risico’s
met zich mee. Hierdoor kan de bank niet aan de op haar rustende wettelijke verplichtingen voldoen. Dit
soort risico’s kan en mag de bank niet aanvaarden. De bank kan hierdoor niet uitsluiten dat de producten
en diensten (bedoeld of onbedoeld) oneigenlijk en/of onrechtmatig worden gebruikt.(…)”
pp. [eiser sub 2] reageert bij brief van 15 april 2022, bij monde van zijn advocaat, en stelt dat de opzegging onrechtmatig is en geeft (nogmaals) een samenvatting van de activiteiten van [eiser sub 1] .
qq. ABN AMRO reageert bij brief van 30 juni 2022 en concludeert dat zij haar besluit tot beëindiging handhaaft.
rr. Vervolgens heeft [eiseres] ABN AMRO in rechte betrokken.