ECLI:NL:RBZWB:2023:6560

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
C/02/409128 / FA RK 23/2065
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Gessel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging op basis van deskundigenonderzoek naar verslaving

Op 16 juni 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie ten behoeve van een betrokkene, geboren in 1974, die kampt met een alcoholverslaving. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor een deskundigenonderzoek, dat op 14 juni 2023 heeft plaatsgevonden. De psychiater concludeerde dat er geen sprake is van een psychische stoornis in de zin van de Wvggz, ondanks de verslavingsproblematiek en de daaruit voortvloeiende ernstige nadelen zoals lichamelijke en psychosociale problemen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 16 juni 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, haar partner en zorgprofessionals. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verslaving de betrokkene niet zodanig in haar greep houdt dat zij als een willoos werktuig kan worden beschouwd. De rechtbank overweegt dat de betrokkene in staat is om keuzes te maken en dat er geen ernstig gevaar voor haar of haar omgeving is, wat een vereiste is voor het verlenen van een zorgmachtiging.

De rechtbank heeft het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen, met de opmerking dat er weliswaar verslavingsproblematiek is, maar geen stoornis in de zin van de Wvggz. De rechtbank hoopt dat de betrokkene vrijwillig begeleiding en behandeling zal aangaan. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/409128 / FA RK 23/2065
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Nadere beschikking van 16 juni 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1974 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.L.A.M. van Doveren te Breda.

1.Nader procesverloop

1.1
Het nader procesverloop blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 9 juni 2023 met de daarin vermelde stukken;
- de rapportage van het deskundigenonderzoek door [psychiater01] van 14 juni 2023.
1.2
De nadere mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 juni 2023, op voormeld adres van betrokkene.
1.3
Tijdens deze mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam01] , partner van betrokkene;
- dhr. [naam02] , (zorgverantwoordelijke) en mw. [naam03] (behandelaar) van Novadic-Kentron;
- mr. Schijns, officier van justitie.

2.Verzoek

2.1
Aan de orde is het aangehouden verzoek van de officier van justitie aan de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- opnemen in een accommodatie.

3.Nadere beoordeling

4.1
Bij beschikking van 9 juni 2023 heeft de rechtbank aangegeven de noodzaak te zien zich nader te laten informeren middels het verrichten van een deskundigenonderzoek, onder meer over de gestelde verslavingsstoornis en het ernstig nadeel. De zaak is daarvoor aangehouden.
4.2
Betrokkene is vervolgens door een onafhankelijke psychiater onderzocht op 14 juni 2023. Deze psychiater heeft geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn voor een neurobiologische ontwikkelingsstoornis bij betrokkene. Wel zijn er milde geheugenklachten die waarschijnlijk het gevolg zijn van schade aan de hersenen door alcoholgebruik. Daarnaast is geconcludeerd dat de verslaving betrokkene niet dusdanig in haar greep houdt dat zij als het ware een willoos werktuig is in de handen van de verslaving en dat er dus geen sprake is van een stoornis in de zin van de Wvggz. Er is wel ernstig nadeel voortvloeiend uit de verslaving, of beter gezegd de alcohol die betrokkene nuttigt, namelijk beginnende neurocognitieve problemen, lichamelijke problemen (leverschade), psychosociale en relatieproblemen en er dreigt teloorgang. Echter, omdat er geen stoornis is in de zin van de Wvggz, is er ook geen ernstig nadeel in de zin van de Wvggz. De onafhankelijk psychiater adviseert behandeling voor betrokkene op basis van vrijwilligheid, hetgeen kan bestaan uit ambulante begeleiding, deeltijdbehandeling of een vrijwillige opname. Echter, door de hardnekkige overtuiging van betrokkene dat er geen sprake is van een verslaving en haar afwezige motivatie om het alcoholgebruik te minderen of te stoppen, zal het zeer waarschijnlijk moeilijk te doorbreken zijn.
4.3
Door de officier van justitie is naar aanleiding van het deskundigenrapport aangegeven dat, nu er geen sprake is van een vastgestelde stoornis in het kader van de Wvggz, het verzoek moet worden afgewezen.
4.4
Namens Novadic-Kentron is naar voren gebracht dat betrokkene gepaste zorg wordt gegund, omdat haar alcoholprobleem wel schade in haar leven oplevert, maar dat dit, gezien het deskundigenonderzoek, enkel op vrijwillige basis mogelijk is.
4.5
Door en namens betrokkene is verzocht het verzoek af te wijzen, gezien de conclusie in het deskundigenrapport dat er geen sprake is van een stoornis in het kader van de Wvggz. Betrokkene vindt dat het goed gaat met haar. Ze erkent ongeveer vijf tot tien glazen alcohol per dag te drinken, maar ze vindt niet dat ze teveel drinkt.
4.6
De partner van betrokkene heeft aangegeven dat hij zich ernstig zorgen maakt om betrokkene en dit hem veel stress geeft. Het probleem speelt al jaren, maar betrokkene ziet niet in dat ze een probleem heeft. Hij begrijpt dat door de juridische regels een zorgmachtiging niet mogelijk is, maar er wordt zo niets opgelost. Hij ziet de toekomst voor en met betrokkene daardoor somber in.
4.7
De rechtbank overweegt als volgt. Uit het onafhankelijk deskundigenonderzoek is gebleken dat er weliswaar sprake is van verslavingsproblematiek bij betrokkene, maar dat er geen sprake is van een stoornis in het kader van de Wvggz. De rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van het criterium zoals verwoord in het arrest van de Hoge Raad van 13 oktober 2017 (HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2630, HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1936), omdat niet vastgesteld kan worden dat het denken, voelen, willen oordelen en doelgericht handelen door de verslaving zo ingrijpend worden beïnvloed dat betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst. De verslaving neemt niet dermate ernstige vormen aan dat deze verslaving betrokkene zodanig in haar greep heeft dat er ernstige schade voor betrokkene en diens omgeving ontstaat of dreigt te ontstaan. Zoals in de rapportage van het deskundigenonderzoek staat vermeld kan betrokkene dagelijks veel keuzes maken, bijvoorbeeld om (ter bevordering van haar gezondheid) te gaan zwemmen, het runnen van het café, zichzelf verzorgen, het innemen van medicatie en de bewuste keuze om haar rijbewijs niet op te halen om te voorkomen dat ze onder invloed zal gaan rijden. Gezien het voormelde zal de rechtbank het verzoek afwijzen.
4.8
De rechtbank merkt daarbij op dat, hoewel er geen sprake is van een stoornis in het kader van de Wvggz, wel voldoende is gebleken dat er sprake is van verslavingsproblematiek met gevolgen voor haarzelf en voor haar omgeving, zoals milde geheugenstoornissen, lichamelijke problemen (leverschade) en negatieve gevolgen voor haar relaties met haar directe familieleden, zoals haar partner en dochter. De rechtbank spreekt daarom de hoop uit dat betrokkene in het vrijwillig kader de begeleiding en behandeling in het ambulante kader (vanuit Novadic-Kentron) zal aangaan.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2023 door mr. Van Gessel, rechter in tegenwoordigheid van mr. Verger-Maas als griffier, en op 30 juni 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.