Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 3.193,67, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van de verzoekschriften dan wel € 680,00 bij behandeling van de verzoekschriften in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 21 oktober 2022;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 12 januari 2020 in verzekering is gesteld en op 14 januari 2020 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
drie dagen in verzekeringdoorgebracht. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau.
€ 390,00.
€ 3.193,67in voldoende mate onderbouwd. Dit bedrag komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 390,00, bestaande uit schade wegens ondergane inverzekeringstelling:
€ 4.263,67zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden TDP Advocaten, onder vermelding van “[verzoeker]/OM 530-533 Sv”.