ECLI:NL:RBZWB:2023:6960
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet na schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. van Tol-Macharoblishvili, had beroep ingesteld tegen een besluit van het college waarin zijn bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet werd ingetrokken en een bedrag van € 38.014,06 aan bijstand werd teruggevorderd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college in een eerder besluit van 26 januari 2021 de bijstandsuitkering van eiser met terugwerkende kracht had ingetrokken, omdat eiser de inlichtingenplicht zou hebben geschonden. Eiser had onvoldoende informatie verstrekt over zijn woon- en leefsituatie, wat het college deed twijfelen aan zijn recht op bijstand.
Tijdens de zitting op 28 februari 2023 heeft de rechtbank eiser de gelegenheid gegeven om nadere bewijsstukken in te dienen, waaruit zou moeten blijken wanneer hij in Marokko verbleef. Eiser heeft deze stukken ingediend, waaronder bankafschriften en een medisch verslag. De rechtbank oordeelde dat eiser met deze stukken voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij recht had op bijstand, en dat het college niet had mogen overgaan tot intrekking en terugvordering van de bijstandsuitkering. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om het recht op bijstand opnieuw te beoordelen, rekening houdend met de overgelegde stukken.
De rechtbank heeft ook bepaald dat het college het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden en dat het college aansprakelijk is voor de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.674,-. Deze uitspraak benadrukt de verplichtingen van het college om zorgvuldig om te gaan met de inlichtingenplicht en de noodzaak om de omstandigheden van de betrokkenen in acht te nemen bij besluiten over bijstandsverlening.