In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen een navorderingsaanslag erfbelasting behandeld. De zaak betreft de erfbelasting na het overlijden van erflater in 2017, waarbij belanghebbende, als enige erfgenaam, in geschil is of de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) van toepassing is op de woning en spaargelden van erflater. De rechtbank concludeert dat de BOR niet van toepassing is, omdat de woning en spaargelden als privévermogen zijn geëtiketteerd in de aangiften inkomstenbelasting van erflater. De rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die heretikettering naar ondernemingsvermogen rechtvaardigen. De inspecteur had de navorderingsaanslag terecht opgelegd, omdat de woning en spaargelden niet als ondernemingsvermogen konden worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de navorderingsaanslag in stand blijft en belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.