Bijlage – relevante wet- en regelgeving
Participatiewet
Ingevolge artikel 15 van de Participatiewet bestaat geen recht op bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn.
Artikel 33, tweede lid, van de Participatiewet bepaalt dat het inkomen uit studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) in aanmerking wordt genomen naar het van toepassing zijnde normbedrag voor de kosten van levensonderhoud, genoemd in artikel 3.18 van de Wsf 2000 en, indien een toeslag als bedoeld in artikel 3.5 van die wet is toegekend, het bedrag aan toeslag, genoemd in artikel 3.18 van die wet. Ten tijde hier van belang bedroeg het normbedrag voor een uitwonende student die hoger onderwijs volgt € 932,87.
Op grond van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet heeft de alleenstaande of het gezin recht op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn.
Ingevolge het vierde lid van dit artikel kan in afwijking van het eerste lid tot en met 30 juni 2023 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had.
Beleidsregels 130% Eenmalige Energietoeslag 2022 gemeente Tilburg
Artikel 1: Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. wet: Participatiewet;
(…)
e. student: persoon van 18 tot en met 26 jaar die onderwijs volgt waarvoor aanspraak op studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000 kan bestaan;
f. maximale beurs: bedrag dat een uitwonende student van DUO krijgen kan door maximaal te lenen; de maximale beurs bedraagt per 010722 voor een student HBO/WO €932,87 en voor een student MBO €766,06 euro;
g. in aanmerking te nemen inkomen van studenten: de maximale beurs vermeerderd met inkomsten uit een bijbaan of andere verdiensten. Het inkomen van een eventuele partner telt ook mee. (…)
Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2022
1. De eenmalige energietoeslag 2022 van € 800,- per adres is bedoeld voor een huishouden met een laag inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.
2. De aanvulling op de eenmalige energietoeslag 2022 van € 500,- per adres wordt ambtshalve vertrekt aan huishoudens die eerder ambtshalve of na een aanvraag de toeslag uit artikel 2.1 hebben ontvangen.
3. De EET2022 kan vanaf 15 september 2022 worden aangevraagd door een student ouder dan 18 maar jonger dan 27 jaar die woont in een zelfstandige woonruimte en aan kan tonen dat hij zelf de woon- en energiekosten betaalt voor het adres waar hij woont;
4. Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.
5a. Een huishouden (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden) heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. De kostendelersnorm wordt buiten beschouwing gelaten.
5b. Een student heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen van de student niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden). De kostendelersnorm wordt buiten beschouwing gelaten.
6. Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die:
a. in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;
b. is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.
7. Per adres wordt één keer het maximale bedrag van € 1300,- verstrekt.
7a. Bij ambtshalve toekenning: Indien op één adres meerdere personen wonen die voldoen aan de doelgroep- en inkomenscriteria volgens lid 3 en 4 van artikel 2, ontvangt degene die volgens het BRP het langst op het adres woont de EET2022. Wij merken diegene aan als hoofdbewoner.
7b. Bij toekenning op aanvraag: We betalen de EET2022 uit aan de persoon die voldoet aan de doelgroep- en inkomenscriteria volgens lid 5a en 5b en lid 6 van artikel 2 en van wiens bankrekeningnummer de energiekosten voor het adres betaald worden.
7c. Bij inkomen uit zelfstandig bedrijf of beroep gaan we in afwijking van de referteperiode uit van het inkomen exclusief vakantietoeslag over het kalenderjaar voorafgaand aan de ambtshalve toekenning. Basis hiervoor is primair de (voorlopige) aanslag over dat jaar en secundair de aangifte.
1. Een eenmalige energietoeslag 2022 van € 1300,- is vanaf 7 oktober aan te vragen door een huishouden met een inkomen tussen de 120% en 130% van de toepasselijke bijstandsnorm (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden). De kostendelersnorm wordt buiten beschouwing gelaten.
2. Studenten met een gedurende de referteperiode in aanmerking te nemen inkomen tussen de 120 en 130% van de toepasselijke bijstandsnorm (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden), in acht nemend de criteria uit artikel 2.3, kunnen vanaf 7 oktober een aanvraag doen voor een energietoeslag van € 1300,- . De kostendelersnorm wordt buiten beschouwing gelaten.
Artikel 5: Hardheidsclausule
1. Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van deze beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Procesregeling behandeling bezwaarschriften van de gemeente Tilburg
Artikel 10 - Advisering
1. Wanneer aan één van de criteria genoemd in bijlage 2 "Criteria complexe sociale zaken" wordt voldaan legt de ambtenaar de te nemen beslissing op bezwaar voor aan de commissie voor advies. Bij twijfel of er sprake is van een complexe zaak kan hierover worden overlegd met de portefeuillehouder. De commissie adviseert vervolgens aan het college over de te nemen beslissing op bezwaar.
2. De ambtenaar adviseert aan het college over de te nemen beslissing op bezwaar met betrekking tot de overige besluiten.
3. Het hoofd van de afdeling wordt in de gelegenheid gesteld een overweging mee te geven aan het college om het advies al dan niet te volgen.
Bijlage 2 - Criteria complexe sociale zaken:
(…)
Participatiewet:
(…)
-besluiten op aanvragen om bijzondere bijstand, met uitzondering van:
○aanvragen die slechts 1 goed (bijvoorbeeld 1 koelkast, 1 wasmachine, 1 stuk inboedel/ huisraad) betreffen;
○aanvragen die betrekking hebben op de eigen bijdrage voor proceskosten in juridische procedures;
○aanvragen die betrekking hebben op kosten in verband met bewindvoering.