ECLI:NL:RBZWB:2023:7310
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanslagen onroerende-zaakbelasting en reclamebelasting tijdens corona-lockdown
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 oktober 2023, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die in beroep gaat tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Baarle-Nassau. De belanghebbende heeft aanslagen onroerende-zaakbelasting (OZB) gebruiker en reclamebelasting ontvangen voor het belastingjaar 2021. De heffingsambtenaar heeft de bezwaren van de belanghebbende ongegrond verklaard en de aanslagen gehandhaafd. De rechtbank heeft de beroepen op 6 oktober 2023 behandeld, waarbij de belanghebbende vergezeld was van zijn echtgenote en de heffingsambtenaar vertegenwoordigd werd door mr. [naam].
De rechtbank oordeelt dat de aanslagen terecht zijn opgelegd. De belanghebbende stelt dat hij geen gebruikersbelasting verschuldigd is omdat hij de onroerende zaak tijdens de coronamaatregelen niet heeft gebruikt. De rechtbank legt uit dat het begrip 'gebruik' in de Gemeentewet betekent dat er sprake moet zijn van het beschikken over de onroerende zaak voor eigen gebruiksdoeleinden. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende de onroerende zaak, zij het beperkt, metterdaad heeft gebezigd ter bevrediging van zijn behoeften, en dat hij terecht als gebruiker voor de OZB is aangemerkt.
Daarnaast wordt de aanslag reclamebelasting besproken. De rechtbank stelt vast dat de belanghebbende ook voor deze belastingplichtig is, omdat de aanslag terecht op zijn naam is gesteld. De rechtbank wijst het verzoek van de belanghebbende om kwijtschelding of vermindering van de aanslagen af, omdat de heffingsambtenaar binnen zijn bevoegdheden handelt en er geen strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, waardoor de aanslagen gehandhaafd blijven en de belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.