ECLI:NL:RBZWB:2023:7351
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het belastingverdrag met België inzake de afkoopsom van een niet-ingegane lijfrente en de grens van € 25.000
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 oktober 2023, wordt het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. De inspecteur had aan de belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag inkomstenbelasting opgelegd, waarbij het belastbaar inkomen uit werk en woning was vastgesteld op € 31.188. De belanghebbende, inwoner van België, had bezwaar aangetekend tegen deze aanslag, die door de inspecteur ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 12 september 2023 behandeld, waarbij de belanghebbende en vertegenwoordigers van de inspecteur aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt of de aanslag terecht is vastgesteld en of de afkoopsom van een niet-ingegane lijfrente moet worden meegerekend bij de grens van € 25.000 zoals vermeld in artikel 18 van het belastingverdrag tussen Nederland en België. De rechtbank concludeert dat de afkoopsom niet meetelt voor deze grens, omdat de hoofdregel van het verdrag is dat pensioenen en soortgelijke uitkeringen alleen in de woonstaat belastbaar zijn. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de aanslag te hoog heeft vastgesteld en vermindert deze tot een belastbaar inkomen van € 7.371. Tevens wordt de belastingrente dienovereenkomstig verminderd. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en bepaalt dat de inspecteur het griffierecht aan de belanghebbende moet vergoeden.