ECLI:NL:RBZWB:2023:784
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van de voortzetting van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 februari 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had op 18 november 2021 een beschikking afgegeven waarin het verzoek van de werkgever van belanghebbende voor voortzetting van de 30%-regeling werd afgewezen. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van belanghebbende en concludeert dat deze niet slagen. De rechtbank stelt vast dat de 30%-regeling voor ingekomen werknemers, zoals opgenomen in artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964, niet kan worden voortgezet omdat de periode tussen het einde van de tewerkstelling bij de oude werkgever en de nieuwe arbeidsovereenkomst bij de werkgever langer is dan drie maanden. Belanghebbende was werkzaam voor [bedrijf] tot 31 mei 2019 en heeft pas op 14 december 2020 een nieuwe arbeidsovereenkomst getekend. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de tussenliggende periode nog in dienst was bij [bedrijf].