Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de verzetdagvaarding van 20 juni 2023 met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling gehouden op 14 september 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak gaat het om een verzetprocedure tegen een verstekvonnis van 17 mei 2023, waarbij de kantonrechter te Middelburg de vordering van de gedaagde in verzet, oorspronkelijk eiser, heeft toegewezen. De eiser in verzet, die oorspronkelijk gedaagde was, heeft een factuur van € 10.727,91 ontvangen voor reparatiewerkzaamheden aan zijn BMW, waarvan hij € 8.000,00 heeft betaald. De eiser in verzet betwist de resterende vordering en stelt dat de gedaagde in verzet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser in verzet niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gebreken aan de auto het gevolg zijn van de werkzaamheden van de gedaagde in verzet. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde in verzet niet in gebreke is gesteld en dat de ontbinding van de overeenkomst door de eiser in verzet ongerechtvaardigd is. De vordering van de eiser in verzet wordt afgewezen, en de gedaagde in verzet wordt in het gelijk gesteld. De kantonrechter vernietigt het eerdere vonnis en wijst de vorderingen van de eiser in verzet af, waarbij de eiser in verzet wordt veroordeeld tot betaling van de oorspronkelijke vordering en de proceskosten.