ECLI:NL:RBZWB:2023:8056

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
10611350 \ CV EXPL 23-2756 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnementskosten en toestelprijs door CE Credit Management tegen gedaagde

In deze bodemzaak heeft CE Credit Management Management Fund 1 B.V. (hierna: CE Credit Management) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert, voor het niet betalen van abonnementskosten en de resterende toestelprijs. De vordering betreft een totaalbedrag van € 622,84, inclusief buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. CE Credit Management stelt dat de gedaagde op 6 november 2018 een overeenkomst heeft gesloten met T-Mobile voor mobiele telecommunicatiediensten en een toestel, maar dat de gedaagde zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door T-Mobile op 11 maart 2019. CE Credit Management heeft de vorderingen van T-Mobile overgenomen en stelt dat de gedaagde niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen, ondanks meerdere verzoeken en sommaties. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij niet op de hoogte was van de cessie van de vorderingen aan CE Credit Management. De kantonrechter heeft geoordeeld dat CE Credit Management voldoende bewijs heeft geleverd van de overeenkomsten en de cessie, en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10611350 \ CV EXPL 23-2756
Vonnis van 15 november 2023
in de zaak van
CE CREDIT MANAGEMENT INVEST FUND 1 B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: CE Credit Management,
gemachtigde: LegalSteps B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
CE Credit Management vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] :
tot betaling van € 541,60, vermeerderd met rente
subsidiair en met betrekking tot resterende toesteltermijn van € 179,01 tot betaling van de vervallen en toekomstige maandelijks termijnen van ieder € 9,00, althans de betaling van de resterende toestelprijs in maandelijkse termijnen van € 9,00 ingaande op de dag van het vonnis tot de dag waarop het bedrag van € 179,01 is voldaan
tot betaling van € 81,24 aan buitengerechtelijke kosten
tot betaling van proceskosten inclusief BTW.
2.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van CE Credit Management of tot afwijzing van de vorderingen van CE Credit Management.

3.De beoordeling

Standpunt en vordering CE Credit Management
3.1.
CE Credit Management stelt dat [gedaagde] op 6 november 2018 in een winkel van TMobile een overeenkomst tot levering van mobiele telecommunicatiediensten en een toestelovereenkomst, inclusief algemene voorwaarden en toestelkredietvoorwaarden, heeft gesloten met TMobile. In artikel 11 van de algemene voorwaarden staat:

Je zult begrijpen dat wij onze diensten alleen kunnen aanbieden als jij op tijd je betalingsverplichtingen nakomt. Bij niet tijdige betaling behouden wij ons al onze wettelijke rechten voor. Zo kunnen wij bijvoorbeeld de levering van onze diensten opschorten, buitengerechtelijke incassokosten in rekening brengen en de vordering overdragen aan een incassobureau.”
T-Mobile heeft, aldus CE Credit Management, [gedaagde] facturen gestuurd voor maandelijks in rekening te brengen bedragen, bestaande uit een vast toestelbedrag, een vast abonnementsbedrag en een variabel bedrag voor eventuele aanvullende diensten (gebruikskosten):
Factuurnummer
Datum
Bedrag
[factuurnummer 1]
12-11-2018
€ 53,99
[factuurnummer 2]
10-12-2018
€ 28,99
[factuurnummer 3]
14-01-2019
€ 57,61
[factuurnummer 4]
11-02-2019
€ 28,99
[factuurnummer 5]
11-03-2019
€ 32,03
[factuurnummer 6]
14-03-2019
€ 339,99
-----------
Totaal
€ 541,60
Deze facturen zijn volgens CE Credit Management, ondanks diverse verzoeken en sommaties, niet tijdig voldaan door [gedaagde] , zodat TMobile op grond daarvan de overeenkomst op 11 maart 2019 heeft ontbonden. CE Credit Management stelt dat TMobile naast betaling van de vervallen maandbedragen ook recht heeft op schadevergoeding vanwege de ontbinding, vergoeding van wettelijke rente en een bedrag van € 81,24 aan buitengerechtelijke kosten. CE Credit Management stelt dat zij door middel van cessie rechthebbende is geworden van deze vorderingen van TMobile. Bij conclusie van repliek heeft CE Credit Management een akte van cessie in het geding gebracht.
Standpunt [gedaagde]
3.2.
[gedaagde] stelt dat hij betwijfelt of TMobile een vordering op hem had. Daarnaast stelt hij dat hem niet is duidelijk gemaakt dat niet meer TMobile, maar CE Credit Management een vordering op hem zou hebben. [gedaagde] stelt dat hij geen enkele verplichting heeft naar CE Credit Management. Tot slot betwist hij dat hij per kosteloze aanmaning is geïnformeerd dat CE Credit Management de rechtsopvolger is van TMobile en een 14-dagen brief ontbreekt volgens hem. [gedaagde] erkent dat Legalsteps via mail met hem heeft gecommuniceerd namens TMobile, maar betwist dat gecommuniceerd is dat CE Credit Management eiser was.
Overeenkomsten
3.3.
Allereerst moet vastgesteld worden of sprake is van de twee overeenkomsten zoals door CE Credit Management gesteld. De kantonrechter is van oordeel dat CE Credit Management hiervoor voldoende gesteld heeft. Zij heeft het bestaan van deze overeenkomsten onder meer onderbouwd met het overleggen van een kopie van de schriftelijke overeenkomsten, de bankpas en het paspoort van [gedaagde] en een bon van een pinbetaling van € 0,01 door [gedaagde] . [gedaagde] heeft daar tegenover enkel gesteld dat hij betwijfelt of TMobile een vordering op hem heeft. Dat is in het licht van wat CE Credit Management heeft gesteld en onderbouwd onvoldoende. De kantonrechter is op grond hiervan van oordeel dat de stellingen van CE Credit Management niet, althans onvoldoende gemotiveerd zijn betwist. De kantonrechter stelt daarom vast dat de twee overeenkomsten tussen TMobile en [gedaagde] zijn gesloten.
Informatieplichten
3.4.
De overeenkomsten zijn gesloten tussen een handelaar en een consument. De overeenkomsten zijn binnen de verkoopruimte gesloten. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l aanhef en onder a, b, c, d en f van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
3.5.
De kantonrechter is van oordeel dat CE Credit Management voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat aan voornoemde informatieplichten is voldaan, zodat sprake is van twee rechtsgeldige overeenkomsten.
Cessie
3.6.
Vervolgens moet beoordeeld worden of de gestelde vorderingen op grond van deze overeenkomsten via cessie rechtsgeldig zijn overgedragen aan CE Credit Management. [gedaagde] stelt dat hij van de cessie niet op de hoogte is gesteld.
3.7.
De voorwaarden voor cessie van een vordering op een persoon zijn opgenomen in artikel 94 lid 1 BW. Er gelden twee eisen: de rechten moeten worden overgedragen door een daartoe bestemde akte en hiervan moet mededeling worden gedaan aan de betreffende persoon. De kantonrechter stelt vast dat hieraan is voldaan. Ten aanzien van de eerste eis is de benodigde akte door CE Credit Management overgelegd. Uit deze akte blijkt dat CE Credit Management vorderingen heeft overgenomen van Direct Pay Services BV die zij op haar beurt had overgenomen van TMobile. Dat een van deze vorderingen ook daadwerkelijk de vordering van TMobile op [gedaagde] betreft, blijkt voldoende uit de bijgevoegde regel van de vorderingenlijst. Ten aanzien van de tweede eis stelt de kantonrechter vast dat de mededeling in ieder geval bij dagvaarding is gedaan. Door de betekening daarvan aan [gedaagde] , is hij op dat moment in ieder geval op de hoogte gesteld van de cessie. Of [gedaagde] eerder al een mededeling van de cessie heeft ontvangen, hoeft daarom niet verder beoordeeld te worden. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat CE Credit Management de rechtsopvolger is van de vorderingen van TMobile op [gedaagde] .
3.8.
Hiermee komt de kantonrechter toe aan de inhoudelijke beoordeling van de door CE Credit Management ingestelde vorderingen.
Vorderingen
3.9.
[gedaagde] betwijfelt de vorderingen. Hij motiveert echter op geen enkele manier welke twijfels hij heeft en waar deze op gebaseerd zijn. Ook voert hij geen feiten aan waaruit enige twijfel zou voortvloeien. Bij de beoordeling van de gestelde vorderingen gaat de kantonrechter er daarom van uit dat deze niet, althans onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
3.10.
Allereerst maakt CE Credit Management aanspraak op betaling van de hoofdsom van € 541,60. De hoofdsom valt uiteen in de volgende twee onderdelen:
1: niet betaalde maandbedragen
CE Credit Management stelt dat TMobile facturen stuurde voor de verschuldigde maandbedragen en dat deze niet door [gedaagde] zijn betaald. [gedaagde] heeft de gefactureerde maandbedragen niet betwist. Evenmin is gesteld, noch gebleken dat [gedaagde] deze betaald heeft. De kantonrechter zal dan ook de factuurbedragen zoals CE Credit Management deze in haar dagvaarding heeft opgenomen en voor zover deze zien op de maandbedragen tot het moment van ontbinding op 11 maart 2019, toewijzen.
2: schadevergoeding
Doordat [gedaagde] zijn betalingsverplichting uit hoofde van de overeenkomsten niet is nagekomen, is sprake van een tekortkoming in de nakoming door [gedaagde] en heeft T-Mobile de overeenkomsten terecht ontbonden. Vanwege deze ontbinding, maakt CE Credit Management aanspraak op schadevergoeding op basis van artikel 11 van de algemene voorwaarden, althans op grond van artikel 6:277 lid 1 in combinatie met artikel 6:96 lid 1 en artikel 6:97 BW. De kantonrechter stelt echter vast dat artikel 11 van de algemene voorwaarden geen zelfstandige grond biedt voor schadevergoeding, nu daarin feitelijk enkel wordt verwezen naar de mogelijkheid een beroep te doen op de wettelijke bepalingen bij niet-nakoming. Op grond van deze wettelijke bepalingen is [gedaagde] aansprakelijk voor de schade die TMobile lijdt als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst op grond van zijn tekortkoming (niet betalen).
resterende abonnementsbedragen
De gestelde schade bestaat enerzijds uit de resterende abonnementsbedragen tussen het moment van ontbinding van de overeenkomst en het einde van de overeengekomen looptijd van 24 maanden, zijnde een bedrag van € 185,29. Dit betreft de abonnementsbedragen die CE Credit Management van [gedaagde] zou hebben ontvangen, als [gedaagde] zijn vaste maandelijkse verplichtingen tot het einde van de looptijd zou zijn nagekomen. Nu CE Credit Management haar aanspraak bovendien berekend heeft met in achtneming van het Rapport Ambtshalve Toetsing II/III, waarmee haar aanspraak komt op 50% van het resterende bedrag aan abonnementskosten exclusief BTW, zal de kantonrechter dit bedrag van € 185,29 toewijzen.
resterende toestelprijs
De gestelde schade bestaat anderzijds uit de resterende toestelprijs. De kantonrechter is van oordeel dat CE Credit Management voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat hier sprake is van een toestelkredietovereenkomst met een zogenoemd ‘zacht krediet’ als omschreven in artikel 7:58 lid 2, onder e, eerste gedeelte, BW (een krediet zonder rente en andere kosten).
In een dergelijke overeenkomst moet, ter bescherming van het belang van de koper, wel duidelijk zijn wat de koopprijs van de door hem gekochte zaak is en daarmee wat de omvang is van de door hem verschuldigde termijnen, voor zover die daarop betrekking hebben. Die prijs moet in de overeenkomst afzonderlijk zijn bepaald. Zie hiervoor onder andere de beslissing van de Hoge Raad in het arrest van 12 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:236). Aan die eis is in dit geval voldaan. In de overeenkomst staat namelijk dat het totaalbedrag voor het toestel € 221,69 bedraagt en dat dit bedrag wordt afgelost in 24 maandelijkse termijnen van € 9,00. Gelet daarop is de kantonrechter van oordeel dat de toestelkredietovereenkomst rechtsgeldig is en bepaalt de kantonrechter dat ook de resterende termijnen die zien op de toestelovereenkomst met een totaalbedrag van € 179,00 worden toegewezen.
wettelijke rente
3.11.
Naast de hoofdsom maakt CE Credit Management aanspraak op betaling van de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de facturen. Vast staat dat [gedaagde] de facturen niet betaalde. Daardoor is hij vanaf de vervaldatum van de facturen in verzuim geraakt. De kantonrechter zal de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de facturen daarom toewijzen.
buitengerechtelijke incassokosten
3.12.
CE Credit Management maakt tot slot aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Waar [gedaagde] stelt dat de 14-dagenbrief in deze procedure ontbreekt, begrijpt de kantonrechter dat [gedaagde] van mening is dat niet voldaan is aan de vereisten van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter volgt [gedaagde] daarin echter niet. Als productie 8 zijn door CE Credit Management meerdere brieven overgelegd die voldoen aan de vereisten van het Besluit. Een kopie van de benodigde 14-dagenbrief ontbreekt dan ook niet in deze procedure. Weliswaar lijkt [gedaagde] te ontkennen dat hij in ieder geval de 14dagenbrief van 28 maart 2023 (waarin ook mededeling van de cessie wordt gedaan) heeft ontvangen, maar anderzijds erkent hij dat hij meerdere keren contact heeft gehad over de vordering van TMobile met Legalsteps, de gemachtigde van CE Credit Management. Niet gesteld, noch gebleken is dat andere brieven dan de brief van 28 maart 2023 door Legalsteps zijn verzonden namens CE Credit Management. Het is dan ook aannemelijk dat het mailcontact betrekking had op de 14dagenbrief. Nu bovendien blijkt dat deze brief is geadresseerd aan het huidige woonadres van [gedaagde] , moet ervan uit worden gegaan dat [gedaagde] de 14dagenbrief heeft ontvangen. Nu het gevorderde bedrag van € 81,24 overeenkomt met het in het Besluit bepaalde tarief, zal dit bedrag worden toegewezen.
3.13.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
541,60
- buitengerechtelijke incassokosten
81,24
+
Totaal
622,84
proceskosten
3.14.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van CE Credit Management als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
- nakosten
264,00
66,00
(2,00 punten × € 132,00)
Totaal
759,84‬

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan CE Credit Management te betalen een bedrag van € 622,84, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de onderliggende factuurbedragen, vanaf de respectievelijke vervaldata daarvan, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van CE Credit Management tot dit vonnis vastgesteld op € 759,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2023.