Namens en door de man is daartoe, samengevat, aangevoerd dat hij [minderjarige 1] , nadat zij een aantal proeflessen heeft gevolgd, medio augustus 2023 voorwaardelijk heeft aangemeld bij de korfbalvereniging, maar dat de vrouw als medegezaghebbende ouder blijft weigeren om die aanmelding definitief te maken. Dit ondanks het feit dat de vrouw wel heeft meegedeeld aan de man in haar mail van 19 september 2023 dat de (proef)training van het korfbal leuk was om te zien. Ook schrijft de vrouw van mening te zijn dat [minderjarige 1] een actieve teamsport zou moeten doen, dit is goed voor [minderjarige 1] .
De man heeft [minderjarige 1] zonder toestemming van de vrouw voorlopig aangemeld bij de korfbalvereniging, omdat het korfbalseizoen en de teamvorming aan het begin van het schooljaar van start gingen en [minderjarige 1] anders mogelijk niet meer geplaatst kon worden in het team met haar vriendinnetjes en klasgenootjes. De man vindt het van belang dat [minderjarige 1] kan blijven sporten bij de korfbalvereniging, omdat zij daar in teamverband, met vriendinnetjes en klasgenootjes, deelneemt aan een actieve sport. [minderjarige 1] vindt het korfballen bovendien erg leuk. De man betwist dat de korfbaltrainingen en -wedstrijden, naast de dansles die zij volgt, te veel van haar zouden vragen. In het verleden heeft zij naast dansles namelijk ook deelgenomen aan zwemles. Daarbij is ontspanning in de vorm van sport en beweging juist in het belang van [minderjarige 1] . De man acht het daarom in het belang van [minderjarige 1] om haar nu definitief aan te melden bij de korfbalvereniging. De vrouw heeft tot nu toe geen steekhoudende argumenten aangevoerd om haar toestemming te weigeren.
Het is partijen in het kader van het traject dat zij momenteel doorlopen bij het Centrum voor Gezinsbehandeling in [plaats 1] (CGB) en tijdens de onderlinge gesprekken met hun advocaten tot nu toe niet gelukt om hierover overeenstemming te bereiken. De GI houdt zich bovendien afzijdig en verwijst partijen naar voormeld traject bij het CGB. Echter, de man heeft er geen vertrouwen meer in dat partijen er samen uit kunnen komen. In de afgelopen jaren is het hen over allerlei onderwerpen die de minderjarigen aangaan niet gelukt om in goed onderling overleg gezagsbeslissingen te nemen.
Omdat [minderjarige 1] als gevolg van de voortdurende onduidelijkheid over de vraag of zij bij de korfbalvereniging mag blijven wordt belast en om te voorkomen dat zij haar plek in het team, waarbij zij met toestemming kan aansluiten, kwijtraakt, heeft de man spoedeisend belang bij zijn vordering om [minderjarige 1] nu definitief aan te melden bij de korfbalvereniging. De man zag zich daarom genoodzaakt om deze kortgedingprocedure te starten. Omdat de man daartoe in het verleden al meermaals genoodzaakt was, daar de vrouw misbruik maakt van haar ouderlijk gezag en daarbij de belangen van de kinderen veronachtzaamt in de kennelijke strijd die zij voert met de man, verzoekt de man om de vrouw te veroordelen in de kosten van deze procedure. Indien de man in het ongelijk wordt gesteld, zo heeft hij tijdens de mondelinge behandeling aangegeven, vindt hij dat hij in de kosten van deze procedure dient te worden veroordeeld.