In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 28 november 2023, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) beoordeeld. De inspecteur had aan de belanghebbende voor het jaar 2015 navorderingsaanslagen opgelegd, waarbij ook belastingrente en een vergrijpboete in rekening waren gebracht. De rechtbank behandelt de vraag of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd en of de inspecteur de bewijslast op de juiste wijze heeft omgekeerd en verzwaard. De rechtbank concludeert dat de inspecteur een redelijke schatting heeft gemaakt van het inkomen van de belanghebbende, die in 2015 een eenmanszaak dreef en geen fiscaal partner had. De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan, waardoor de bewijslast op hem rustte. De rechtbank bevestigt dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd en vermindert de boete ambtshalve vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De beroepen worden ongegrond verklaard, en de boete wordt verlaagd naar € 1.170.