Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
26 maart 2024 PRO FORMA;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een provisionele voorziening. De zaak betreft een verzoek van de man, die de vader is van een minderjarige, om een voorlopige regeling voor contact met zijn kind. De vrouw, de moeder van het kind, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek en verzocht om de man niet ontvankelijk te verklaren. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 november 2023 is gebleken dat de ouders zijn overeengekomen om contact op te nemen met een begeleidster om de mogelijkheden voor contactherstel te onderzoeken. De rechtbank heeft besloten om het verzoek aan te houden in afwachting van de uitkomst van een raadsonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. Dit onderzoek is geïndiceerd om te beoordelen of er risico's zijn voor de minderjarige en hoe de contactregeling het beste kan worden vormgegeven. De rechtbank heeft de zaak aangehouden tot 26 maart 2024, waarbij de advocaten van partijen zijn verzocht om voor die datum een schriftelijk verslag uit te brengen over de voortgang van de begeleiding. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Jansen, in aanwezigheid van de griffier mr. Can.