Op 20 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin een klaagschrift is ingediend door klager, vertegenwoordigd door mr. M.N.A.J. Verbunt. Het klaagschrift, ingediend op 11 oktober 2023, betreft de opheffing van beslag dat is gelegd op goederen, waaronder een autosleutel en een Samsung, ter uitvoering van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) van de Belgische autoriteiten. Klager stelt dat de inbeslagname hem ernstig bezwaart en dat de goederen niet door een strafbaar feit zijn verkregen. De officier van justitie, mr. G. Smid, heeft echter aangevoerd dat het beslag gehandhaafd moet blijven omdat er nog onderzoek aan de inbeslaggenomen goederen moet plaatsvinden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag op de autosleutel van de Suzuki Alto inmiddels is geëindigd, aangezien deze op 6 november 2023 is teruggegeven aan de zus van klager. In dit opzicht heeft de rechtbank klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klaagschrift. Voor wat betreft het overige beslag, dat is gelegd ter uitvoering van het EOB, heeft de rechtbank overwogen dat de beklagrechter niet toetst aan de gronden voor het uitvaardigen van het EOB en dat het belang van strafvordering in de uitvaardigende staat verondersteld wordt aanwezig te zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er nog strafvorderlijk onderzoek aan de goederen moet plaatsvinden, waardoor het klaagschrift ongegrond is verklaard.
De beslissing is genomen door mr. R.J.H. Goossens, rechter, in aanwezigheid van mr. D. van Spelde, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op dezelfde datum. Klager en het Openbaar Ministerie hebben de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.