[gedaagde] vordert in reconventie bij vonnis:
primair:
III. te verklaren voor recht dat [eiser] zonder recht of titel op het perceel verblijft;
subsidiair:
IV. de tussen partijen ontstane huurovereenkomst te ontbinden;
in alle gevallen:
V. [eiser] te veroordelen binnen 2 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis het [perceel] te verlaten en ontruimen met alle zich daarop en daarin bevindende personen;
VI. [gedaagde] te machtigen om, indien [eiser] met de ontruiming in gebreke blijft, deze op kosten van [eiser] te doen bewerkstelligen door een deurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm van justitie en/of politie;
VII. [eiser] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 5.779,85 als de primaire vordering tot verklaring voor recht dat [eiser] zonder recht of titel op het perceel verblijft wordt toegewezen en [eiser] te veroordelen tot betaling van € 11.983,65 als de subsidiaire grond tot ontbinding van de huur van het perceel wordt toegewezen ter zake de huurachterstand in beide gevallen te vermeerderen met een bedrag van € 264,03 voor iedere maand, dat [eiser] het perceel c.q. het gehuurde na 1 juli 2023 nog in bezit zal houden, een ingegane maand voor een hele gerekend;
VIII. [eiser] te veroordelen tot betaling van € 853,90 ter zake buitengerechtelijke incassokosten, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren;
IX. [eiser] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over het bedrag van primair € 5.779,85 en subsidiair € 11.983,65 vanaf de dag van indiening van deze conclusie tot de dag van algehele voldoening;
X. [eiser] te veroordelen in de kosten van deze procedure, zowel in conventie als in reconventie.