ECLI:NL:RBZWB:2023:8734
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag Bpm en de hoogte van de handelsinkoopwaarde in een belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) opgelegd van € 11.626, welke door de rechtbank als terecht, maar te hoog werd beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verschuldigde Bpm op € 15.647 moet worden berekend, wat resulteert in een vermindering van de naheffingsaanslag tot € 9.010. De rechtbank heeft de hoogte van de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat vastgesteld op € 21.000, en in beschadigde staat op € 20.333. Belanghebbende had eerder een aangifte gedaan voor een Volkswagen Tiguan, waarbij de inspecteur de Bpm had vastgesteld op basis van een hertaxatie. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat correct was vastgesteld, en dat de datum van eerste ingebruikname van de auto bepalend is voor de Bpm. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en kent een proceskostenvergoeding toe aan de belanghebbende.