ECLI:NL:RBZWB:2023:8735
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag Bpm en de toepassing van koerslijsten in belastingzaken
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) had opgelegd. De rechtbank behandelt de zaak op 15 december 2023, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en twee inspecteurs aanwezig zijn. De inspecteur had de naheffingsaanslag verlaagd na het indienen van bezwaar, maar de rechtbank moet nu vaststellen of de aanslag terecht is opgelegd en of het bedrag correct is vastgesteld.
De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, maar dat het bedrag te hoog is. De rechtbank onderzoekt de toepassing van de koerslijst van Eurotaxglass’s en de waardevermindering wegens schade aan de auto van belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat de koerslijst niet bruikbaar is vanwege de lange tijd tussen de aangifte en de koerslijst. De rechtbank stelt de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat vast op € 60.461 en concludeert dat de verschuldigde Bpm op € 13.018 bedraagt, met een extra leeftijdskorting van € 901. Uiteindelijk vermindert de rechtbank de naheffingsaanslag tot € 3.351.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar, en kent belanghebbende een proceskostenvergoeding toe van € 1.674. De inspecteur moet ook het griffierecht van € 365 vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.