ECLI:NL:RBZWB:2023:8740
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) door de rechtbank
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 9 juni 2022, waarbij een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) is opgelegd voor een bedrag van € 6.544. De rechtbank heeft het beroep op 3 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en twee inspecteurs aanwezig waren. De rechtbank onderzoekt of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en of het bedrag niet te hoog is. Belanghebbende heeft zijn stelling over de onafhankelijkheid van de hertaxateur ingetrokken.
De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Belanghebbende had op 20 september 2021 aangifte gedaan voor de registratie van een Mercedes-Benz GLC-klasse Coupé 63s AMG 4Matic+, met een te betalen Bpm van € 9.719. De inspecteur heeft een hertaxatie laten uitvoeren, waaruit bleek dat de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat € 59.509 was. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van meer dan normale gebruiksschade, en dat de inspecteur geen rekening hoefde te houden met een hoger bedrag aan waardevermindering.
De beroepsgronden van belanghebbende met betrekking tot de herleidingsmethode worden verworpen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de uitspraak op bezwaar in stand blijft. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.J. Willems-Ruesink en openbaar gemaakt op 15 december 2023.