ECLI:NL:RBZWB:2023:9009
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Hamburger
- mr. Haerkens-Wouters
- mr. Van Leuven
- Rechtspraak.nl
Weigering van informatieverstrekking aan grootouders in het kader van een machtiging tot uithuisplaatsing
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de minderjarige, geboren in 2015, voor de duur van zes maanden in een 24-uurs voorziening op een geheime locatie. De rechtbank heeft eerder op 20 september 2023 al een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, maar het verzoek om een bredere machtiging werd aangehouden tot de mondelinge behandeling op 5 december 2023.
Tijdens deze behandeling hebben de grootouders, vertegenwoordigd door hun advocaat, bezwaar gemaakt tegen het feit dat zij geen inzage hebben gekregen in het verslag van de gecertificeerde instelling (GI) en de rapportage van de Raad. De GI en de Raad hebben echter aangegeven dat het verstrekken van deze informatie om veiligheidsredenen niet mogelijk is. De rechtbank heeft vervolgens moeten beoordelen of de grootouders recht hebben op inzage in deze stukken, waarbij zij zich baseerde op artikel 811 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet Openbaarheid van Bestuur.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van de persoonlijke levenssfeer van de minderjarige en de moeder zwaarder weegt dan het recht van de grootouders op inzage. Daarom is besloten dat de grootouders geen afschrift krijgen van de aanvullende informatie van de GI en het rapport van de Raad. Het verzoek van de Raad om een machtiging tot uithuisplaatsing werd uiteindelijk afgewezen, omdat het verzoek door de Raad zelf was ingetrokken tijdens de mondelinge behandeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en de grootouders hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen de beschikking.