ECLI:NL:RBZWB:2023:9317
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. De Graaf
- Rechtspraak.nl
Adoptie en terugwerkende kracht in een zaak van hoogtechnologisch draagmoederschap
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2023, hebben de wensouders een verzoek ingediend tot adoptie van hun biologisch kind, geboren via hoogtechnologisch draagmoederschap. De wensouders, die sinds 2009 een affectieve relatie hebben en in 2012 zijn getrouwd, hebben vanaf de geboorte van de minderjarige, die op [geboortedag 1] 2022 te [geboorteplaats 1] is geboren, de zorg en opvoeding op zich genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de draagouders, de juridisch vader en de draagmoeder, geen intentie hebben om de minderjarige op te voeden en dat zij instemmen met de beëindiging van hun gezag. De Raad voor de Kinderbescherming heeft positief geadviseerd over het verzoek van de wensouders.
De rechtbank overweegt dat, hoewel de wensouders niet voldoen aan de wettelijke verzorgingstermijn van een jaar zoals vereist in artikel 1:288 BW, er sprake is van een bijzondere situatie. De wensouders zijn biologisch verwant aan de minderjarige en hebben hem vanaf zijn geboorte verzorgd. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de minderjarige is dat de adoptie wordt toegewezen en dat deze terugwerkt tot de geboortedatum, ondanks dat de wettelijke voorwaarden hiervoor niet volledig zijn vervuld. Dit is in overeenstemming met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op familie- en gezinsleven waarborgt.
De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken, het gezag van de draagouders beëindigd en de wensouders benoemd tot voogden over de minderjarige. De rechtbank heeft ook bepaald dat de minderjarige de geslachtsnaam van de wensvader zal dragen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.