ECLI:NL:RBZWB:2023:9554
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Speekenbrink
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging en strijd met beleidskader digitale handhaving
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op de Houtmarkt in Breda op 25 november 2020. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk was, omdat het voertuig zonder haar toestemming was gebruikt door haar moeder. Betrokkene heeft geprobeerd haar moeder te helpen met haar problemen en heeft alle schulden afgelost, maar ontving desondanks meerdere boetes voor dezelfde gedragingen.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, verwijzend naar een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dit arrest stelt dat er geen tweede boete kan worden opgelegd voor hetzelfde feit voordat de betrokkene op de hoogte is gesteld van de eerste boete. In deze zaak zijn er in totaal 13 boetes opgelegd voor vergelijkbare overtredingen, waarvan de eerste op 10 december 2020 is verzonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de boete voor de gedraging op 25 november 2020 is opgelegd voordat de eerste boetebeschikking was verzonden, wat in strijd is met het beleidskader voor digitale handhaving.
De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de boetebeschikking vernietigd, en bepaald dat het bedrag van € 104,- dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, moet worden terugbetaald door de officier van justitie. Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Speekenbrink, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.