Op 2 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De zaak betreft een beroep van de eiser tegen een besluit van de minister van 12 mei 2023, waarin de minister gedeeltelijk weigerde om informatie openbaar te maken op basis van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 november 2023, waarbij de eiser en de vertegenwoordigers van de minister aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet voldoende had voldaan aan de verzoeken van de eiser om openbaarmaking van documenten en informatie met betrekking tot de missie en kernwaarden van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en de aanpassingen van de Regeling beheer onroerende zaken Rijk 2017.
De rechtbank oordeelde dat de minister een te beperkte zoekslag had uitgevoerd naar de gevraagde documenten en dat niet alle relevante documenten openbaar waren gemaakt. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond en vernietigde het bestreden besluit. De rechtbank droeg de minister op om binnen tien weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij alle documenten die onder het verzoek van de eiser vallen openbaar gemaakt moeten worden, tenzij er specifieke weigeringsgronden van toepassing zijn. Tevens moet de minister het griffierecht aan de eiser vergoeden. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van bestuursorganen onder de Woo en de noodzaak voor een zorgvuldige en transparante omgang met verzoeken om informatie.