Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties, genummerd 1 t/m 10,
- de mondelinge behandeling gehouden op 12 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van de zijde van [eisers] ,
- de pleitnota van de zijde van CZ,
2.Waar gaat deze zaak over en wat is het oordeel van de voorzieningenrechter?
3.De feiten
stoornissen of beperkingen In het bewegingsvermogen;
een aandoening van het centrale zenuwstelsel die leidt tot beperkingen in de communicatie, het verstandelijk vermogen of het gedrag.
3.Het geschil
gebiedtom toekomstige machtigingsaanvragen van (patiënten van) [eiser 1] in
gebiedtom de reeds door [eiser 1] aangevraagde machtigingen in de periode van 1 januari 2023 tot de datum van het vonnis, binnen 5 kalenderdagen na de datum waarop vonnis wordt gewezen, (volledig) goed te keuren (i) er een geldige verwijzing is en (ii) er een gemotiveerde klinische redenering van de gestelde indicatie door de betreffende revalidatiearts is, althans de reeds aangevraagde machtigingen opnieuw te beoordelen waarbij geldt dat CZ de machtigingsaanvragen goed moet keuren indien (i) er een geldige verwijzing is en (ii) er een gemotiveerde klinische redenering van de gestelde indicatie door de betreffende revalidatiearts is, tenzij de indicatiestelling naar objectieve maatstaven onjuist is of tenzij er sprake is van een andere door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen reden om de machtigingsaanvraag ondanks de indicatie van de revalidatiearts af te keuren;
verbiedtom machtigingsaanvragen van [eiser 1] af te wijzen vanwege (a) het
veroordeelttot betaling van een bedrag ad € 7.137,50 aan buitengerechtelijke
gebodof
verbodoplegt als de voorzieningenrechter in redelijkheid juist voorkomt, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-, of een bedrag dat de
veroordeeltin de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede CZ te veroordelen in de nakosten met een bedrag van € 157,- dan wel, indien betekening plaatsvindt, met een bedrag van € 239,- en de eventuele verdere executiekosten.
gebiedtom alle door [eiser 1] aan te leveren zorg, zoals beschreven in de
€ 500.000,-.
gebiedtom binnen 5 kalenderdagen na het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis toestemming te geven voor een medisch specialistische revalidatiebehandeling, indien (i) er een geldige verwijzing is en (ii) er een gemotiveerde klinische redenering van de gestelde indicatie door de betreffende revalidatiearts is, tenzij de indicatiestelling naar objectieve maatstaven onjuist is of tenzij er sprake is van een andere door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen reden om de machtigingsaanvraag ondanks de indicatie van de revalidatiearts af te keuren, een en ander op straffe van een dwangsom van
€ 10.000,- of een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie
(a) het gebruik van robotica en/of (b) de intensiteit, frequentie of duur van een behandeling tenzij CZ, na overleg met de revalidatiearts, kan aantonen dat de indicatiestelling naar objectieve maatstaven onjuist is;
gebiedtom de machtigingsaanvragen van [eisers] binnen 5 kalenderdagen na het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis opnieuw te beoordelen, waarbij CZ het oordeel van de behandelend arts als uitgangspunt dient te nemen en iedere afwijking daarop objectief en toetsbaar dient te motiveren aan de hand van landelijke richtlijnen of anderszins gedocumenteerde beroepsnormen, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-, of een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie aangewezen acht, voor iedere dag dat CZ in gebreke blijft met het nakomen van dit gebod met een maximum van € 500.000,-
gebodof
verbodoplegt als de voorzieningenrechter in redelijkheid juist voorkomt, op straffe van een dwangsom van € 10.000,-, of een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie aangewezen acht, voor iedere dag dat CZ in gebreke blijft met het nakomen van dit ge- en/of verbod met een maximum van € 500.000,-.
veroordeeltin de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na
De beoordelingswijze van ZiN houdt volgens de Hoge Raad in hoofdlijnen het volgende in:
'Het Zorginstituut is van oordeel dat de revalidatieartsen als beroepsgroep, op onderdelen samen met Revalidatie Nederland, op een gedegen manier hebben omschreven welke medisch-specialistische revalidatiezorg de medisch specialisten (in dit geval de revalidatieartsen) als professioneel juist beschouwen. Het ZiN beschouwt de zorg beschreven in de hoofdstukken 3 en 4 van dit rapport, binnen de context zoals in hoofdstuk 2 beschreven, als medisch specialistische revalidatie zoals medisch-specialisten (in dit geval de revalidatieartsen) die plegen te bieden.'
9 oktober 2022 een standpunt gepubliceerd. [7] Hierin is vastgesteld dat IMSR bij deze indicatie wel voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Het ZiN heeft in haar verduidelijkte standpunt vergoeding MSR van 27 juni 2023 in hoofdstuk 2.3 aangegeven dat IMSR een revalidatieprogramma is dat bestaat uit een op elkaar afgestemde combinatie van fysieke en psychosociale behandelmethoden. Dit vindt plaats onder eindverantwoordelijk-heid van een revalidatiearts. Behandeling kan klinisch of poliklinisch plaatsvinden. Het doel van IMSR bij patiënten met chronische pijn zich uitend in het houdings- en bewegingsapparaat is hen te leren zelfstandig om te gaan met pijn en de gevolgen ervan voor het dagelijks functioneren.