Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een gevangenisstraf van 18 maanden;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het stelen van grote hoeveelheden goederen uit vestigingen van de Kruidvat en de Zara. De verdachte, geboren in 1999, werd beschuldigd van meerdere winkeldiefstallen, waaronder het stelen van spijkerbroeken van de Zara en cosmetische producten van Kruidvat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in georganiseerd verband heeft gehandeld, wat kwalificeert als mobiel banditisme. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 20 februari 2024, waarbij de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks, zijn standpunt kenbaar maakte. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank achtte de verdachte wettig en overtuigend schuldig aan de diefstallen, met uitzondering van enkele specifieke gevallen waar onvoldoende bewijs voor was. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, en benadrukte de ernst van de feiten en de schade die deze diefstallen toebrachten aan de betrokken winkelketens. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.