Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [bedrijf] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 13 maart 2024 een eindvonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiser] B.V., hierna te noemen [bedrijf], en [gedaagde]. De zaak betreft de vraag of een overeenkomst kan worden vernietigd op basis van artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek, dat betrekking heeft op de informatieverplichtingen van handelaren bij online aankopen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 31 januari 2024 overwogen dat de bestelknop van [bedrijf] niet voldeed aan de wettelijke vereisten, omdat deze enkel de tekst 'Versturen' bevatte, zonder expliciete vermelding van de betalingsverplichting.
[bedrijf] heeft in een akte gereageerd op het voornemen van de kantonrechter om de overeenkomst voor 25% te vernietigen. [bedrijf] stelde dat het voor [gedaagde] duidelijk was dat de opleiding niet gratis was en dat het bestelproces voldoende informatie bood over de betalingsverplichting. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de argumenten van [bedrijf] niet overtuigend waren en dat de tekst op de bestelknop cruciaal is voor de beoordeling van de informatieverplichtingen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten de overeenkomst voor 25% te vernietigen en de hoofdsom met € 1.339,75 te verminderen. [gedaagde] werd veroordeeld tot betaling van € 145,28, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.