Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 25 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom op 18 juni 2022. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 12 februari 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, mr. B. de Jong, was wel aanwezig om het beroep te verdedigen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is komen vast te staan. De betrokkene had een rijroute ingediend die via Google Maps inzichtelijk was gemaakt, maar de kantonrechter oordeelde dat de betrokkene de bebouwde kom niet had verlaten en dat de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, bijgestaan door griffier mr. C.A. Lequin. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de vereisten wordt voldaan.