De vrouw verzoekt thans, na wijziging en aanvulling van haar verzoeken, bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. tussen partijen, gehuwd op [datum 1] 2009 te [plaats 1] , de scheiding van tafel en bed uit te spreken;
II. te bepalen dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben;
III. indien partijen overeenstemming bereiken over een ouderschapsplan, de inhoud daarvan in de beschikking op te nemen en het ouderschapsplan daaraan te hechten;
IV. een zorgregeling vast te stellen inhoudende dat [minderjarige 2] en [minderjarige 3] samen één weekend per 14 dagen van vrijdag tot en met zondag, alsook de woensdag voor het omgangsweekend (uit school tot 19:00 uur) en [minderjarige 1] ook eens per maand het weekend bij de man verblijft plus de woensdag ervoor (uit school tot 19.00 uur);
V. de man te veroordelen in het levensonderhoud van de drie minderjarige kinderen bij te dragen met een bedrag ad € 192,-- per maand per kind, bij vooruitbetaling te voldoen, zulks met ingang van de datum beschikking althans per datum inschrijving, althans per een datum door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
VI. de man te veroordelen om in het levensonderhoud van de vrouw bij te dragen een bedrag ad € 300,-- bij vooruitbetaling te voldoen, zulks met ingang van de datum inschrijving beschikking;
VII. de vrouw het voortgezet gebruik van de gemeenschappelijke woning toe te
kennen voor een periode van 6 maanden na inschrijving beschikking;
VIII. de verdeling van de gemeenschap vast te stellen zoals door de vrouw is verzocht.
De vrouw voert verweer tegen de zelfstandige verzoeken van man.