Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2019.
3.Het geschil
voorlopige voorziening:
provisionele voorziening:
- Vanaf woensdagmiddag 12.00 uur (na school) waarbij de vrouw [minderjarige] naar de man in [plaats 2] brengt (dat doet zij nu ook) en wel tot en met maandagochtend naar school de ene week en de andere week van woensdagmiddag (na school en moeder brengt [minderjarige] bij vader) tot vrijdag na school (moeder kan [minderjarige] op school ophalen in haar zorgweekend).
- De helft van de schoolvakanties in onderling overleg te verdelen.
- Ten aanzien van de feestdagen het reguliere zorgschema te volgen doch ten aanzien van de Pinksterdagen, Paasdagen en Kerstdagen te bepalen dat iedere ouder een dag de zorg voor [minderjarige] heeft.
- De ene week vanaf woensdagavond 18.30 uur tot maandagochtend naar school, de huidige regeling. De man is dan bereid de woensdagavond een nacht door te brengen in de omgeving van [plaats 1] en wel [locatie] , alweer een vriend van hem een woning heeft en kamers verhuurt.
- De andere week vanaf woensdagavond 18.30 uur tot vrijdag 17.00 uur. De man zal op de vrijdag na school met [minderjarige] in de omgeving van [plaats 1] verblijven. Alsook de vakanties en feestdagen gelijk hiervoor genoemd.
tijdelijkeregeling totdat partijen in onderling overleg tot afspraken zijn gekomen dan wel dat in de bodemprocedure een beslissing is gegeven.
4.De beoordeling
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.