In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2024 een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, die al enige tijd vermist is. De Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, als gecertificeerde instelling (GI), heeft op 21 maart 2024 een spoedverzoek ingediend, omdat de minderjarige in een gevaarlijke situatie verkeert. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er dringend actie nodig is om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen. De minderjarige, geboren in 2008, is eerder onder toezicht gesteld en heeft een complexe gedragsproblematiek. De kinderrechter heeft in eerdere beschikkingen al meerdere machtigingen tot uithuisplaatsing verleend, maar de minderjarige is recentelijk weer vermist geraakt. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het verhoor van de betrokkenen niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige. Daarom is de spoedmachtiging verleend voor de duur van twee weken, met de mogelijkheid tot verlenging na een mondelinge behandeling op 3 april 2024. De kinderrechter heeft de GI, de voogd, de ouders en hun advocaten in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven tijdens deze behandeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 21 maart 2024 door mr. De Beer en op schrift gesteld door mr. Duinhof, in aanwezigheid van mr. De Haas.